De scriptiedeadline komt steeds dichterbij. Naast die mentale marteling betekent dit ook dat je zo langzamerhand moet nadenken aan je toekomstige carrière. De Volkskrant berichtte een tijdje terug nog dat archeologen het langst werkeloos blijven, dus hoe zorg je ervoor dat jij wel aan een baan komt? In deze blog geven de directeuren van twee archeologische bedrijven en twee musea tips, hoe je dit voor elkaar krijgt.

ArcholTom Hamburg
Directeur | Archol

Als commercieel opgravingsbedrijf ligt voor Archol de grootste nadruk op het uitvoeren van veldwerk en het beschrijven ervan in een standaardrapport. Om een goede balans te vinden tussen de commerciële wereld van tijd en geld, en de wetenschappelijke wereld is het de afgelopen 20 jaar mogelijk geweest dat Archol-medewerkers naast de standaardrapportages ook vele wetenschappelijk publicaties op hun naam hebben kunnen zetten.

Voor een baan in de commerciële archeologie is een aantal eigenschappen noodzakelijk: allereerst moet je passie hebben voor de archeologie, goede kennis over methode en technieken, zo veel mogelijk ervaring opdoen tijdens je studie, goede schrijfvaardigheid, communicatief, etc.

Daarnaast is kennis van een specialisme, zoals middeleeuws aardewerk, steen, vuursteen of GIS–applicaties van belang. Maar ook kennis van bedrijfskunde, management kunnen een sollicitant boven een ander uit laten steken.

Rijksmuseum van OudhedenWim Weijland
Directeur | Rijksmuseum van Oudheden

Banen die inhoudelijk gerelateerd zijn aan je vakgebied zijn schaars in de museale wereld. Dat geldt ook voor archeologen. De kans op een conservatorenbaan is dun gezaaid. Met zo weinig flexibiliteit liggen de eisen bij het museum voor een conservatorenbaan natuurlijk hoog. Bij het RMO is een (vrijwel) voltooid proefschrift een functie-eis. Als je hier geen verregaande stappen in hebt gezet, is solliciteren volkomen kansloos. Deze functie-eis is enerzijds een luxe die het museum zich kan veroorloven, anderzijds een sine qua non om de reputatie van een museum met een wetenschappelijke functie te schragen. Helaas kent het RMO de functie van junior- of assistent conservator niet. We kunnen het simpelweg niet betalen, terwijl het vreselijk belangrijk is om op deze wijze kennis over te dragen.

Als je als projectleider tentoonstellingen wilt maken, of educatief medewerker wilt zijn, de PR van het museum wilt bedrijven of projectmatig ingezet wilt worden, dan zijn er heel soms mogelijkheden. Je moet dan al wel zijn opgevallen en ‘in beeld zijn’. Investeren in je toekomst is dus investeren in zichtbaarheid. Laat op de plek waar je wilt werken zien wat je kunt. Praat mee, denk mee. Ook al als je een korte stage in het RMO loopt. Als je een promotie-onderzoek gefinancierd krijgt en je hebt een museale ambitie, dan helpt het wel als die promotie collectiegerelateerd is en je jarenlang aan het werk in onze depots en met onze collectie bent. Als je interesse ligt op het raakvlak tussen archeologie en publiek, kom dan in je studietijd al met voorstellen voor debatten, lezingen en andere vormen van publieksoverdracht. Of als je denkt dat het museum hopeloos ouderwets is in de sociale media, start dan een initiatief om ons anders te laten kijken.

Kortom, zorg voor onderscheid. Val op. Als ik eerlijk ben, dan zijn de meeste functies in het RMO ingevuld door mensen die in een eerder stadium opvielen door hun kennis, hun competenties en hun contactuele vaardigheden.

Bekijk hier de vacaturepagina van het RMO

RAAPdrs. Marten Verbruggen
Directeur | RAAP

Probeer tijdens de studie al in contact te komen met een bedrijf, op wat voor manier dan ook. Het idee van de oproepkrachten is om gemotiveerde jonge mensen in het bedrijf te krijgen, maar ook om de studenten een kijk in een commercieel bedrijf te geven en of ze het werken in het bedrijf leuk vinden. En als je in contact komt met een bedrijf, zorg dan dat je opvalt. Dit doe je door gemotiveerd te zijn. Mensen die het vak leuk vinden en het goed doen, hoeven zich geen zorgen te maken. Als je er niet voor gaat – en dat geldt voor alle vakken – , dan moet je het niet doen.

RAAP is in 1985 opgericht door Roel Brandt, Tom Bloemers en Ben van Beek als stichting. Het gezamenlijke doel van de drie was om werkgelegenheid te creëren voor de werkeloze archeoloog. En het is nog steeds het doel om werkervaring te bieden aan beginnende archeologen.

Door de crisis was het moeilijk om mensen aan te nemen, maar nu hebben we vacatures openstaan. De arbeidsmarkt is nog te onzeker om mensen vast in dienst te nemen, maar het doel van RAAP is nog altijd: iedereen die zijn werk goed doet, kan uiteindelijk – als er ruimte is – vast in dienst komen.

Bekijk hier de vacaturepagina van RAAP

museum_volkenkundedrs. Stijn Schoonderwoerd
Algemeen Directeur | Museum Volkenkunde

Ga er maar vanuit dat niemand op jou zit te wachten, dus laat je meteen omscholen, of ga er flink tegenaan. Realiseer je daarbij: voor de echt leuke, inhoudelijke functies – zoals conservator – ben je als afgestudeerde niet ver genoeg in je ontwikkeling. Dus specialiseer je ergens in. Zorg dat je ergens goed in wordt, waardoor je iets extra’s hebt ten opzichte van alle meer generalistische concurrenten. Loop stage, wordt vrijwilliger op dat specifieke gebied, probeer een conservator te leren kennen en biedt aan hem/haar ergens mee te helpen zodat je meer kennis opdoet. Probeer lezingen te geven, ga promoveren en doe je onderzoek op de collecties van het museum waar je wilt werken… Kortom: zorg ervoor dat je je CV opbouwt! Met zulke activiteiten laat je ook zien dat je communicatief bent, ondernemend, energiek. Dat soort types zoeken we als moderne musea.

Bekijk hier de vacaturepagina van het Volkenkundig Museum


Wil je meer tips & tricks om je carrière een boost te geven? De Universiteit heeft de LU Career Zone. De site staat vol informatie en er worden verschillende workshops georganiseerd om jou zo goed mogelijk voor te bereiden op de arbeidsmarkt. Ook is er een aparte Career Zone speciaal gericht op archeologen!

Kijk voor meer vacatures ook op het overzicht van Archeologie Nederland!