Voordat ik daadwerkelijk begin aan mijn laatste blog voor “Het Leids Kwartiertje” wil ik graag van dit moment gebruik maken om een aantal zaken aan de orde te stellen. Allereerst dat het door de jaren heen een voorrecht was om aan Universiteit Leiden te mogen studeren; een dwingende vorming van mijn bestaan als mens (en jurist, die twee kunnen samen!) en mijn leven daaromheen. Het was altijd hard werken en af en toe heviger dan verwacht, maar je zoekt steeds de grenzen op en vaak kom je er snel genoeg achter dat je grenzen – klaarblijkelijk – al redelijk ver achter je liggen. Mijn beide studies dank ik aan vele inspiratiebronnen. Te veel om hier op te noemen, maar toch zal ik een poging wagen. Mijn dank gaat uit naar Annelieke, Manoochehr, Mahin, Behzad, Roeland en Beatrijs: zonder jullie liefde, steun en aanmoedigingen zou het lang niet zo leuk en bemoedigend zijn geweest om te studeren. Daarnaast heb ik ook vele nieuwe inspiratiebronnen – veelal dode, maar toch – leren kennen: deze boeken staan trots in mijn boekenkast welke in mijn ogen als veroveringen staan te pronken. Ook veel dank aan mijn docenten: ironisch genoeg zullen velen nooit weten dat zij een vormgevende rol hebben gespeeld in het leven van vele studenten. En ten slotte wil ik graag Annegien en Dirk-Jan bedanken: verscholen helden die ‘ons’ te allen tijde hebben aangespoord en bijgestaan en die – wellicht tot vervelens toe – menig klaagzang over perikelen hebben toegehoord die het daglicht – of wellicht het internet, wie zal het zeggen – niet kunnen verdragen.

Zo, dat is gezegd. Menigeen die mij kent weet dat ik bij tijd en wijle nog wel eens filosofisch bepaalde zaken bezie, en – ik geef ruiterlijk toe – dat doe ik met plezier. Hoe nu de tijd te wegen die ik heb doorgebracht aan deze prachtige Universiteit? Moeilijk, maar wellicht met een paar voorbeelden. Het is aan deze Universiteit waar ik mijn vriendin- of beter gezegd: verloofde – heb ontmoet op mijn allereerste dag (een beter begin was niet mogelijk!). De Universiteit waar ik de kunst van de essayist onder de knie heb gekregen. Ook de Universiteit waar ik vele tentamens en vakken heb afgelegd, hoorcolleges en symposia heb bijgewoond en stukken van allerlei formaat en inhoud heb ingeleverd: dit heeft geresulteerd in 8 jaar studeren en een totaal van 492 ECTS studiepunten. Een gegeven waar ik trots op ben. Ook bijzonder was het feit dat ik – als de geruchten waar zijn! – de enige student ben geweest (samen met familie) die in het Zweetkamertje een toespraak van Prof. dr. Voermans over zijn MA thesis heeft mogen ervaren. De student die op de campus van Harvard rondliep en dacht: “Universiteit Leiden is mooier…”. En, bevlogen als ik ben, internationale studenten spreekwoordelijk om de nek vloog in een meerdaagse conferentie in Boston. Maar ook de Leidse student die de betekenis van allerlei emoties opnieuw moest inkleuren, zoals het bijna verliezen van mijn vader.

Een mathematicus heeft eens gezegd dat het leven in ‘fractals’ onderverdeeld kan worden: je begint ergens aan en eindigt met compleet iets anders, ook al begin je met een gecontroleerd en voorspelbaar traject. Mijns inziens is een dergelijke vergelijking hier bijzonder op zijn plaats. Ik begon met één studie, ontmoette plotseling Annelieke, gezondheidsperikelen met mijn vader, een tweede academische studie waarbij bevlogenheid om de hoek kwam kijken, New York en Boston aandoen in een retorische veldslag met de wereld tijdens Harvard MUN, opleiden van vele studenten tot argumentatieve en morele hoogtepunten als bestuurslid van Leiden MUN, de keuze voor de Master maken en de angst van de eerste week doorstaan om uiteindelijk triomfantelijk af te studeren. En dit is slechts een klein deel van hoe het in mijn leven eraan toe ging de afgelopen 8 jaar. Ik begon ergens mee en eindigde met een Master die 8 jaar geleden slechts had kunnen rekenen op ongeloof. En zo zullen er ongetwijfeld velen met mij zijn die een dergelijk ontwikkeling hebben doorgemaakt. De realiteit is dat iedere student – of: mens – tegenslagen van verschillende inhoud en formaat te verwerken krijgt, keuzes moet maken die wellicht onmogelijk worden geacht en af en toe (of heel vaak) verstand boven emotie moet kiezen om een bepaalde situatie het hoofd te bieden. Terugkijkend naar de afgelopen 8 jaar lijkt het haast een compleet leven die achter mij ligt, met vreugde en verdriet, boosheid en frustratie, maar meer dan dat een tijd die ik zal missen en waar ik met een glimlach naar zal terugkijken. Hoe doorstaat men een dergelijke beproeving?

Mentaliteit en bevlogenheid: receptuur om grenzen te verleggen. Daar heb ik – met de steun van bovengenoemde – 8 jaar lang (en daarvoor in mindere mate met andere studies) mee gewerkt. Gepaard met vallen en opstaan wel te verstaan, maar desalniettemin heb ik doorgezet. En nu is het einde van mijn academische carrière bij de Universiteit Leiden een (voorlopige) waarheid. Je kijkt terug en de gedachte aan al het werk dat is verzet is bijna beangstigend: hoe heb ik het allemaal gedaan? Zoals bijna alles in het leven – en zeker in het leven als student – doe je het stap voor stap: elke stap is weer één stap verder en voor je het weet ben je naar de top van de Universitaire berg geklommen. Dit gevoel bekruipt menigeen als zij net na het nieuwjaar terug denken aan alles wat er gebeurd is en alles wat zij doorgemaakt hebben het afgelopen jaar: meestal is het bijna onnoemelijk veel en lijkt het je onmogelijk om het nogmaals te doen. De mentaliteit die men hanteert is mijns inziens bijzonder van belang: het verschil tussen bedolven worden onder tentamens of het één voor één doorstaan ervan. Bevlogenheid is het resultaat daarvan: het begrip dat je het zelf in de hand hebt, zelf keuzes moet maken, zelf het juiste resultaat moet bedwingen. Maar zo verslijten wij onze minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren en daarmee ons leven. En toch zal men dit moeten doen zonder ingetogenheid, terughoudendheid of melancholie. De tijd daarvoor zal zich later aandienen. En dat is wat Universiteit Leiden mij nogmaals – soms teder, veel vaker minder teder – heeft bijgebracht. En dat is overkoepelend.

En zo ook verlaat ik jullie met mijn laatste blog. Het was een ware eer om lief en leed met velen te delen. Het besef dat het individu slechts één van velen is blijkt ongemoeid voor mij in deze dagen. De vele gezichten van Universiteit Leiden hebben mij getekend en weemoed om dat wat was en niet meer is heeft plaats gemaakt voor vele nieuwe uitdagingen die ik allen innemend tegemoet treed. Het lot dat wij met veel vreugde tegemoet zien heeft een keerzijde die slechts zijn gezicht laat zien zodra je het lot hebt aanvaard. En die keerzijde – het feit dat ‘het’ klaar is – laat je zeker niet ongeroerd. Een laatste vormgevende les die je pijnlijk ondergaat: aan alles in het leven komt een einde. Het besef dat – op één einde na – ieder einde een begin inwijdt in het onbekende is je troost. Laat het de academicus niet schuwen om het theoretische achter zich te laten en minder bewandelde paden op en af te struinen op zoek naar kennis: dat zal hem wellicht goed behagen.

I shall be telling this with a sigh
Somewhere ages and ages hence:
Two roads diverged in a wood, and I,
I took the one less traveled by,
And that has made all the difference (R. Frost)

 Ik dank u en tot weerzien,

mr. D. Eftekhari

Mijn verloofde, Annelieke. Plechtig moment.Zweetkamertje!