We zitten in een rokerige kroeg. Op de bar staat een grote witte emmer voor donaties. Elke klant 1 euro, in onze strijd tegen de betuttelende regering. Aan de tafel naast ons zit een man met één been. Zijn armen en nek zijn bedekt in oude vervaagde tatoeages en hij kijkt met een spiedende blik om zich heen, alsof iedereen zijn vijand is. Ik haat de geur van sigaretten, maar wordt langzaam verliefd op de sfeer in de kroeg. Vanachter onze ijskoude glazen cola voeren we een bijzonder gesprek.

Theo praat met zachte stem. “Sinds mijn veertigste voel ik dat hogere machten mij dwars zitten. Wat is anders de oorzaak van mijn problemen met mijn consumentenelektronica? Wie die hogere machten zijn? Ik heb geen idee, al denk ik wel dat m’n begeleiders van de instelling er mee te maken hebben. Ik vertrouw ze voor geen meter.”

Mijn gesprekpartner is een maatje uit een psychiatrische instelling. We hebben een win-win situatie. Hij komt de deur uit en heeft sociaal contact, ik kom in contact met mijn toekomstige doelgroep en kan iets goeds doen voor een ander. Hij is bang dat zijn behandelaars hem tegenwerken. Ze saboteren zijn consumentenelektronica en dienen hem barbaarse medicatie toe. Voor dit laatste is hij in een juridische strijd verwikkeld met zijn behandelaars. Maandag krijgt hij te horen of hij een rechtszaak aan kan spannen.

Hij legt uit dat iemand die asiel aanvraagt zelf mag beslissen over zijn lichaam en dat hij Amnesty International inschakelt als niemand hem kan helpen. Ik ben het met hem eens, al snap ik niet waarom hij asielzoeker is. Hij is geboren en getogen in Zierikzee.

Hij drinkt zijn glas leeg en kondigt aan dat hij naar huis gaat. Terwijl hij afrekent bij de corpulente barman kan ik een glimlach niet onderdrukken. Hij staat te hannesen met zijn portemonnee, heeft moeite om het geld eruit te vissen. Toch doet hij het mooi wel, zelf afrekenen en een kort praatje maken.

Als we weer buiten staan knijpt hij ter afscheid mijn hand fijn in zijn machtige knuist. Zijn brede lichaam schuifelt met kleine stapjes door de mistige lantaarnverlichte winkelstraat, terug naar de instelling waar hij over een uur weer aanwezig moet zijn. Ik stap tevreden op mijn fiets. Het is mooi om vrije tijd en studie te kunnen combineren.

 

maatjesproject vrijwilligerswerk psychologie