Soms voel ik me te oud voor Leiden. Ik heb langer over mijn bachelor gedaan dan de officiële drie jaar, en de meeste mensen die een belangrijk deel van mijn leven hier waren zijn inmiddels vertrokken. Ik woon nog altijd samen met mijn beste vriendinnetje, maar toch. Tot nu toe is de master vooral more work, less play. Gelukkig zijn er af en toe ook dingen waarbij je nuttig bezig kunt zijn zónder achter je computer stapels artikelen door te werken en ellenlange essays te hoeven schrijven.

Vorige week was ik bij een ‘veldwerkbijeenkomst over Nederlandse projecten in het Middellandse Zeegebied en Nabije Oosten’. Het kwam erop neer dat verschillende interessante sprekers hun recent in het Midden Oosten, Italië of Griekenland uitgevoerde onderzoek presenteerden. Hartstikke leuk om op de hoogte te blijven van wat er precies gaande is in mijn onderzoeksgebied. Veel belangrijker nog tijdens dit soort symposia zijn natuurlijk de vele pauzes, en vooral: de borrel.

Onderschat nooit het belang van het praatje. Je gezicht laten zien, even laten merken dat je hebt opgelet, en daarna je eigen belangen behartigen. Contacten warm houden (‘Lang niet gezien! Hoe staat het met je PhD?’), laten zien dat je goed bezig bent (‘Dat symposium dat ik zelf organiseer, wat denkt u van dit idee?’), en ook oogsten. Zo werd ik bijvoorbeeld gevraagd om binnenkort wat dingetjes te schrijven. Bedenk wel dat borrels altijd rond etenstijd plaatsvinden, maar vóórdat mensen daadwerkelijk hebben gegeten. Voor schaamteloze zelfpromotie moet je dus een beetje haast maken.

borrelen

Na drie kwartier begint de drank goed te werken, en wordt het tijd voor de echt gezellige dingen. Naborrelen bijvoorbeeld. Samen met een oude en een nieuwe bekende toog ik naar een nabij gelegen kroeg, waar we nog heel wat uurtjes verhalen hebben opgehaald. Toen ik vervolgens in mijn eentje naar huis liep, me bedenkend dat het uiteindelijk een prima dag was geworden, bevond ik me ineens middenin een groep mannen die bij Heineken werkten.

Dankzij de behoorlijke hoeveelheden drank en het overgeslagen avondeten waren zij al snel mijn nieuwe beste vrienden. We dansten en sjansten, en zo was het weer heel wat later dat ik de Mas y Mas uit, en mijn bed in strompelde. Mijn wekker ging vroeg. Ik had een lange werkdag voor me. Het sneeuwde, fysiek was ik een wrak, en het maakte me helemaal niets uit. Ik had net ondervonden dat ik nog lang niet te oud ben voor Leiden.