Wat zijn nou dé studentensporten in Nederland? Roeien, natuurlijk. Hockey, rugby, en stijldansen zijn in Leiden ook heel populair. Verder heeft iedereen wel een USC- of Sportcity-abonnement. Ik heb al deze sporten wel eens geprobeerd, maar ik bleef er niet hangen. Toen ik een jaar in Newcastle zat, ontdekte ik karate. Fantastisch leuk, en nuttig. In Canada was ik dan ook van plan om ermee door te gaan, maar dat ging niet zomaar. Ik had al verteld dat Vancouver duur was: het sportcentrum vroeg $200 contributie voor één semester, twee keer per week, meetrainen.

Tsja, wat denk je zelf? Dat geld had ik niet. Ik was al van plan om het maar een semestertje zonder sport te doen, totdat ik tussen de kraampjes op de introductiedag een groep zag staan die iets aan het doen was waarvan ik niet eens wist dat het fysiek mogelijk was.
Quidditch.

Het bleek een sport te zijn. Een echte, serieuze, internationaal beoefende sport. In 2005 in de VS door een groepje Harry Potterfans in elkaar gezet, inmiddels uitgegroeid tot een fenomeen met nationale teamselecties, scheidsrechterdiploma’s en livestreams van de toernooien. Vrijwel alle grote universiteiten in Noord-Amerika, en de meeste in Engeland, bleken al een hele tijd quidditchteams te hebben: UCLA, Duke, McGill, St Andrews, Oxford…

Het team van UBC op het toernooi in Washington, november 2013.

Het team van UBC op het toernooi in Washington, november 2013.

En UBC dus. Ik vond het hele idee hilarisch en schreef me in om een keertje mee te trainen. Ik ben gebleven. Niet alleen was het team fantastisch leuk, de sport bleek ook nog eens gewoon best wel goed in elkaar te zitten. Net als de sport die J.K. Rowling bedacht is deze vorm van quidditch fysiek (tackelen mag) en gemengd (maximaal 4 van de 6 spelers op het veld mogen van hetzelfde geslacht zijn). Dit leidt tot een mix van rugby, handbal en trefbal. En de snitch is er ook gewoon in gehouden: de bal hangt aan de riem van iemand die heel hard voor de seekers wegrent, of ze op de grond smijt.

Ik ving de snitch ook een keer tijdens het eerste Nederlandse toernooi, in april.

Ik ving de snitch ook een keer tijdens het eerste Nederlandse toernooi, in april.

We trainden drie keer per week, en het lukte me om als seeker ingedeeld te worden voor een toernooi in Washington (ja, we reden daar even voor naar de VS). En toen ik daar aan het eind van de wedstrijd naar de snitch dook, met een rare halve salto in het gras landde, en het ding gevangen bleek te hebben, wist ik het zeker: als je er hard voor hebt getraind, en je team je bij de overwinning op hun schouders tilt, wat alle vermoeidheid en modder de moeite waard maakte, dan is dit toch zeker een sport als alle andere?

We hebben zelfs een sjiek logo, gemaakt door ons teamlid Joel.

We hebben zelfs een mooi sjiek logo, gemaakt door ons teamlid Joel.

Als meer mensen er zo over denken op het moment dat ze dit zelf ervaren, bedacht ik, dan kan de sport nog best groot worden, ook in Nederland. Dat ik het heft in eigen handen zou gaan nemen, had ik op dat moment nog niet kunnen voorzien, maar het resultaat was er in mei: de Leiden Portkeys.

Ja, ik heb zowaar in de allerlaatste maanden van mijn studie een nieuwe club opgericht. De club staat trouwens ook open voor niet-studenten: in Europa zijn de clubs minder vaak verbonden aan universiteiten, en zo lang je boven de 16 bent (ivm tackelen), kun je meedoen aan wedstrijden. We trainen op woensdagavond om 19.00 in het Van der Werffpark. Kom het eens uitproberen – ook als je redenen niet, zoals bij mij, een beetje financieel gemotiveerd zijn.

De folder die we tijdens en na de El Cid door heel Leiden hebben verspreid - ben je hem toevallig tegengekomen?

De folder die we tijdens en na de El Cid door heel Leiden hebben verspreid – ben je hem toevallig tegengekomen?