Ik heb een boek in m’n handen en besef dat ik die voor m’n bovenbuik moet trekken. Er staat een volwassen vent voor me met een getrokken mes en ik denk aan m’n aorta en lever en hoe snel ik doodbloed als die geraakt worden. Ik schrik van deze gedachte zoals ik van het mes voor m’n neus schrik: de ‘laatste’ (dit is de inleiding, ik moet wat spanning opbouwen) momenten van mijn leven ben ik meer geneeskundestudent dan mens.

Ons decor is de eerste klas van de trein uit Antwerpen, zondagavond. Een blanke man van middelbare leeftijd vraagt hardop aan alle buitenlanders in deze coupé of ze wel een kaartje hebben. Dit is namelijk de eerste klas. Meneer betaalt voor deze plek en het is niet de bedoeling dat zijn uitzicht zomaar bevuild wordt. Een seconde later verklaart hij aan een gekleurde moeder met haar dochtertje dat alle buitenlanders maar een pil moeten krijgen en doodgaan. Hij betaalt immers voor z’n zitplaats.

De eerste klas vervalt in stilte en verontwaardigde blikken en even, heel even, raak ik overmoedig. Heel even vergeet ik dat dit niet de veilige muren van het ziekenhuis zijn. Dit is geen simulatiepatiënt en evenmin een gekunsteld blog waarvoor ik de hele avond mag dubben over woordspelingen. Dan had ik wel kunnen nadenken wat verstandig is om tegen een racistische eikel te zeggen in plaats van te vragen “Of meneer zich misschien even in kan houden”.

Dat kan meneer namelijk niet en onder de belofte van een paar mooie klappen omdat ik geen haar beter ben dan de rest, staan we opeens in de inleiding van deze blog. Ik verwijt de universiteit het schrijnende gebrek aan colleges over omgang met psychopaten, maar lang duurt het niet. Twee jonge mannen duiken zonder aarzelen bovenop de vent die geen kant meer op kan.

Mijn helden? Hartstikke buitenlands en wat ben ik trots om dat te kunnen zeggen. Als ik niet doodsbang was geweest en op het punt had gestaan om in m’n broek te plassen, had ik de ironie van de situatie vast beter kunnen waarderen. Bij het volgende station wordt de man afgevoerd en stap ik over naar Leiden. Ondanks de goede afloop ben ik meer teleurgesteld in de wereld dan ooit tevoren en laat ik m’n tranen de vrije loop.

Daar geven ze ook geen college over.

racisme