Laag vliegt een vliegtuig over mij heen. De letters ‘KLM’ zijn duidelijk leesbaar. Er komt nog een vliegtuig laag overvliegen, groen en oranje van kleur dit keer, maar het logo herken ik niet. Nog een vliegtuig volgt waar met vette letters ‘Corendon’ op geschilderd is. De hele dag zie ik vanaf mijn bureau vliegtuigen af-en aanvliegen. Waar zouden ze vandaan komen? En nog belangrijker, waar gaan ze naartoe? De verleiding om te denken aan een ver oord, waar de zon onophoudelijk schijnt, lonkt naar me als een slagroomgebakje.

Ironisch: altijd als je iets af moet hebben, lijkt het ineens verleidelijk om dingen te doen waar je normaal gesproken een hekel aan hebt. Zo verdienen ineens de spullen in de verhuisdozen, die twee maanden na je verhuizing nog steeds in de vensterbank staan en inmiddels zijn geëvolueerd tot stofvangers, allemaal een plekje in je kamer en dan is er ook nog die enorme stapel was, die je gaat sorteren op kleur en na het wassen punctueel gaat strijken – terwijl je het strijkijzer vrijwel nooit aanraakt, laat staan dat je je was op kleur sorteert.

Onder deadlinestress komen de meest vervelende dingen ineens in een ander daglicht te staan. Ze verleiden je om niet aan je paper of scriptie te werken. Ze laten je wegdenken van je nog te schrijven conclusie of nog te structureren inhoudsopgave. Als Alice in Wonderland ben je een compleet andere wereld ingestapt; een waarin het geluid van laag overvliegende vliegtuigen, waar je normaal gesproken zo’n hekel aan hebt, een verleiding vormt voor aanlokkelijke gedachten over verre oorden – ver weg van je nog af te maken paper.

 

Palmbomenstrand