Het voeren van sollicitatiegesprekken is een kunst op zich hoorde ik laatst op kantoor. Eigenlijk ook wel logisch, want het is een ‘give and take’ spelletje. Buiten de algemene voorbereidingen (lees: de informatie over het kantoor) zijn juist de wat persoonlijkere vragen een waar steek- en schouwspel.

Wat na zo’n gesprek misschien heel logisch klinkt is het volgende: jij hebt zelf (voor een deel) de regie in handen wat betreft een sollicitatiegesprek. Dit zou je, als je helemaal uitgeblust de kamer verlaat na het gesprek niet zeggen toch? Zenuwonderdrukkend zat je zo net nog aan de andere kant van een (te) groot tafelblad. Gecontroleerd nipte je telkens aan je stille water (ohwee als het bruisend is) en probeerde je de punten van je gedane voorbereiding nog eens samen te vatten in je hoofd. En telkens als er een vraag werd gesteld, was het gekraak van de radertjes in je hoofd nog net niet extern hoorbaar.

Deze momentopname, wat door velen als stressachtig ondervonden wordt, kan (deels) verlicht worden als men het volgende in het achterhoofd houdt. Overigens ligt hier de nadruk op ‘kan’, er zijn altijd emotionele inzinkuitzonderingen. Enfin, de achterliggende gedachte is de volgende: jouw antwoord op een vraag kan de richting bepalen voor de volgende vraag van jouw gesprekspartner. Ik weet, het klinkt heel logisch als je het zo leest, maar in een nerve wrecking-situatie als een sollicitatiegesprek kan het vaak nét dat steuntje in de rug zijn als je bedenkt: it’s all just a kind of game.

Om de succesgraad van de vorige gedachte te verhogen is het volgende overigens een mooie aanvullende tip:  oefen de ‘standaardvragen’ van te voren vaak thuis. Zo zijn er altijd terugkomende vragen als,  ‘waarom ben je rechten gaan studeren?’, ‘vertel iets over jezelf’, of ‘waarom dit kantoor?’. Maar op sites van bijv. Integrand vind je ook de wat exotische varianten. Zo las ik ooit eens op een site, vragen als: ‘wat zou je doen met 1.000.000 pingpongballen?’ en ‘hoe zou jij de Kilimanjaro verplaatsen?’ (vraag a: van een hoog gebouw afgooien en kijken hoe ze stuiteren, vraag b: de coördinaten van Tanzania veranderen).

Betrap jezelf er maar op dat je zo net dacht: ‘die is een beetje gek, waarom zou je dergelijke vragen stellen?’. Vooral de creatieve geest en de snelheid bij deze vragen zijn juist interessant voor de wederpartij. Dat je van je leven nooit 1.000.000 pingpongballen tegelijk kunt oprapen of dat een berg gewoon moervast zit, maakt niets uit. Opgelucht kon ik tot nu toe altijd nog vertellen dat deze creatieve vragen mij bespaard zijn gebleven.

Tot afgelopen week… Keurig voorbereid en ‘strak in het pak’ bevond ik mij op etage 10 van een groot gebouw aan de Zuidas. De vragen slopen opeens via een klein achterdeurtje in het gesprek en ik moet zeggen, ik was toch (heel) even overrompeld door de volgende drie vragen:

  • Wat is jouw guilty pleasure?
  • Als je een merk zou zijn, welk merk zou jij dan zijn?
  • Wat is jouw grootste blunder?  

En toen schoot me te binnen: ‘Marieke het is een give and take-spelletje’. En met deze gedachte gingen mijn creatieve hersencellen aan de slag. Al snel vormde ik een antwoord waar ik helemaal achterstond. Twintig minuten later kwam ik glimlachend naar buiten, het stille water was op en het moment van presteren was prima gegaan. Van binnen liet ik een diepe zucht: game, set and maybe a match.

Ik wens u allen veel succes met solliciteren!!

 

Sollicitatiegesprek