Masterstudent zijn betekent voor veel studenten om mij heen een verandering in studiehouding. De stof in de master gaat dieper en ligt dichter bij je eigen interesse. Dus je wordt ook wat fanatieker. En het verbreedt je horizon:

Vorige week had ik een interview in Nijmegen met dr. Martin Drenthen voor mijn masterstage: ik schrijf een hoofdstuk in een boekje over biodiversiteit.  Dat betekende een flinke treinreis. En wat doe je dan als gemotiveerde masterstudent?

Juist, nog wat lezen en studeren.

Ik vond het interessant om te gast te zijn op een andere faculteit. In Nijmegen doen ze de dingen toch weer wat anders dan in Nijmegen. Ze hebben bijvoorbeeld verplichte vakken wetenschapsfilosofie in de masterfase, vertelde Drenthen me. De beta-faculteit is denk ik ook wat kleiner in omvang. Ik zag namelijk minder verschillende chemische vakgroepen op het bord in de hal en ze zitten voornamelijk in één (heel groot) gebouw.

Ook ik ben wel een fanatieke masterstudent geworden. Niks mis mee, toch? 😉