De aankomende periode zal ik mijn laatste twee vakken afronden. Het eerste vak “Constitutionele vraagstukken in Europese context” begint volgende week al. Dit vak gaat, onder andere, over de Europese constitutie. Het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie is, net zoals het EVRM, erg belangrijk binnen deze rechtsorde. Het Europees domein staat de laatste jaren echter onder flinke druk, een druk die de laatste maanden nog verder is opgelopen door de vluchtelingenstroom die op gang is gekomen door het aanhoudende geweld in Syrië.

Afgelopen week ging Leidse hoogleraar Lucassen in debat bij PowNed over de problemen veroorzaakt door de huidige vluchtelingenstroom. Zo constateert Lucassen dat het aantal vluchtelingen op dit moment nog niet zo hoog is als begin jaren 90. Toch reageren een hoop mensen negatief op de komst van andere mensen, die vluchten voor oorlog en vervolging. Ik vraag mij wel eens af waar deze negativiteit vandaan komt. Ook hoogleraar Ido de Haan maakte zich onlangs druk over dit onderwerp:

“Antisemitisme en andere vormen van rassenhaat en xenofobie worden pas echt gevaarlijk als er een politieke beweging ontstaat die zo’n racistische ideologie tot grondslag van het staatsgezag weet te maken. Het grote gevaar schuilt niet in antisemitisme en xenofobie op zichzelf, maar ontstaat als van staatswege geweld tegen delen van de bevolking wordt gerechtvaardigd, gestimuleerd en georkestreerd. Als het om Nederland gaat, maak ik me dus net iets minder zorgen over de 20 procent aanhang die Wilders voor zijn xenofobe ressentiment weet te mobiliseren, dan om de regeringspartijen die er niet voor terugdeinzen om te spreken van een golf van Polen, Bulgaren of andere vreemdelingen die onze welvaart zouden bedreigen.”

CRBBnVSWIAAPO7Q

 

Waarschijnlijk is de reden voor een negatieve houding tegen een “vreemdeling” per persoon verschillend. Haat, onwetendheid of onverschilligheid, het zijn allemaal redenen om je af te sluiten voor de problemen van een ander. Een veel gehoord argument tegen de komst van vluchtelingen hoorde ik onlangs zelf in een discussie: “acht op de tien Syriërs zijn gelukszoekers met veel geld, dat kun je zien aan de mobieltjes die ze bij zich hebben en de merkkleding die ze dragen”. Ik kon me niet inhouden en reageerde: “economische migranten zijn per definitie niet rijk maar zoeken naar een financieel beter bestaan in Europa. De definitie vluchteling is niet gekoppeld aan geld, zo kan een miljonair ook vluchten voor vervolging”.

Een aantal politici maakt daarnaast misbruik van de huidige vluchtelingenstroom. Aangezien mensen makkelijk beïnvloedbaar zijn door het creëren van angst is de huidige vluchtelingenstroom een makkelijk onderwerp voor politici om punten mee te scoren. Zo suggereerde Halbe Zijlstra, fractievoorzitter van de VVD,  onlangs dat er 60 miljoen mensen op weg zijn naar Nederland en dat vluchtelingen een “bedreiging” zijn voor de welvaart. Zoals blijkt uit bovenstaande grafiek is er geen reden om te veronderstellen dat er op dit moment 60 miljoen mensen onderweg zijn naar Nederland. Daarnaast zijn de aantallen niet zodanig hoog dat dit een bedreiging is voor de welvaart. Het verhaal van Zijlstra is dus feitelijk onjuist. Een dergelijke stemmingmakerij zorgt voor angst en haat. Mijns inziens is dan ook de vluchtelingenstroom als zodanig niet het probleem. Het probleem is dat politici goedkoop willen scoren en zodoende winst willen behalen in de peilingen  met dit onderwerp en de mensen angst aanpraten.  Dat angst goed scoort blijkt wel uit het feit dat de PVV momenteel in de peilingen op 35 zetels staat.

Het willekeurig toepassen van onze eigen grondrechten is momenteel het grootste gevaar voor de (Europese) rechtsstaat: “Als er zoveel steun is voor racistische en xenofobe partijen dan zouden alarmbellen moeten gaan rinkelen voor de traditionele partijen en voor de maatschappij als geheel. We kunnen niet toestaan dat een groot deel van de Europese bevolking behandeld wordt als zondebok, gediscrimineerd wordt en – erger nog – slachtoffer wordt van racistisch geweld.” ENAR (European Network Against Racism)

In de laatste weken van het vak “Constitutionele vraagstukken in Europese context” zal de vraag centraal staan op welke manier grondrechten geldend kunnen worden gemaakt. De botsing tussen de democratie (rechtsvorming) en de rechtsstaat zal hierbij worden besproken. Het is te hopen dat de rechtsstaat ook in de praktijk weerstand weet te bieden aan de wispelturige democratie.