mallowan-christie-woolley, urarchaeology.orgArcheologie van het Midden Oosten, dat is hoe ik mijn studie omschrijf als me ernaar gevraagd wordt. Tenminste, wanneer het een leek is die de vraag stelt. Nooit tegen een andere archeoloog. Echte archeologen spreken alleen van het Midden Oosten wanneer het gaat over de Arabische Lente. En dan slechts om het voor andere mensen begrijpelijk te houden. Voor ons zal de regio altijd het Nabije Oosten blijven, geheel in stijl van de gentleman archaeology van de beginjaren van de vorige eeuw.

Geen idee wat er precies achter zit, maar ik gok dat het van doen heeft met een hang naar het verleden. We houden ervan met een passie die grenst aan het obsessieve. Niet alleen van de prehistorie, maar ook de begindagen van de professionele archeologie. Geleerde mannen in strak gesteven pakken en belezen avonturiers die de woestijn doortrokken op zoek naar plaatsen uit de Bijbel, onderwijl dinerend met prinsen en stamhoofden, en als spion voor het thuisland de minder bekende regio’s in kaart brengend. Beter dan dat wordt het niet.

Wat ze toen nog niet hadden zijn de strenge eisen waaraan wetenschappelijk archeologisch onderzoek tegenwoordig moet voldoen. Op zoek naar grootse tempels en goudvondsten zijn heel wat sites grotendeels geruïneerd. Misschien geldt daarom dat hoe serieuzer de archeoloog, hoe meer hij zich publiekelijk tegen die vroege archeologie afzet. Tijdens colleges wordt gehamerd op het belang van goede documentatie, en de eerste afbeelding die je als student te zien krijgt is er een van Indiana Jones met een groot rood kruis. Dit is wat we niet doen.

Onzin natuurlijk. In ons hart zijn we allemaal schatgravers die Indiana Jones willen zijn. Het beste dat een docent kan bereiken, is dat hij onze definitie van ‘schat’ verandert. Hopelijk vinden we aan het eind van onze studie ook een huisplattegrond of een werktuigje van bot een schat. Maar zelfs dan blijven we op zoek naar het mooiste exemplaar, of de oudste site. We willen beter zijn dan anderen, ons blijven distantiëren van de rest.

‘Nabije Oosten’ is daar een mooi handvat voor. Zij die begrijpen waar we het over hebben zijn onze vrienden, horen bij onze kleine elitegroep. De anderen, die vormen de rest.