IMG_0654

Soms lees je iets wat opeens een puzzelstukje op z’n plaats laat vallen. Zo zat ik onlangs in café Broers in Utrecht de nieuwe essaybundel “Kairos: een nieuwe bevlogenheid” van filosoof Joke J. Hermsen te lezen. Hermsen zoekt in deze essays naar de mogelijkheid van een nieuwe ervaring van tijd als weerwoord op de gehaaste en prestatiegerichte samenleving waarin wij leven.

Kairos is de God van het Geschikte Moment. Het grijpen van het kairotisch moment is een kwestie van de juiste timing; het benutten van een kans die zich in een specifieke context aan jou openbaart. Hij is de tegenhanger van de andere Griekse God van de tijd: Chronos. Het continue tikken van de klok, vierentwintig uur in één dag, een Leids kwartiertje voor een college; dat is het domein van Chronos. Kairos is een doorbreking van die gevestigde orde. Het is een moment waarin je kijkt naar het verleden en besluit dat je het anders wil. Het verleden wakkert een verlangen aan, maakt je enthousiast en inspireert je een verandering in gang te zetten. Enthousiasme is de ingeving, de ontvankelijkheid en in essentie passief. Wat je er daarna mee doet is van het grootste belang. Want om te breken met de status quo heb je lef nodig; we kunnen niet weten wat er aan de andere kant van dat beslissende moment ligt. Want, en met dit citaat viel mijn puzzelstukje, “we worden (…) pas waarlijk enthousiast voor datgene wat onze rationele vermogens overstijgt”.

In april van dit jaar had ik mijn eigen kairotisch ogenblik. Na mijn bachelor Humanistiek had ik besloten de pre-master bedrijfskunde te doen in Nijmegen. Maar mijn vakken bedrijfskunde hadden niet de diepgang die ik wilde. Ik had mijn bachelor afgesloten met een scriptie over economische theorie en filosofie. In mijn vrije tijd las ik Piketty, Hermsen, Luijendijk en vele andere filosofen en economen. Ik las ze met een fascinatie die ik niet had voor mijn boeken bedrijfskunde. Tijdens een hoorcollege sloeg dit inzicht in als een bom; ik zit hier niet goed, ik wil wat anders.

De nieuwe bevlogenheid waar Joke Hermsen over spreekt meen ik gevonden te hebben in de master Philosophy, Politics and Economics. Filosofie en economie raken in mijn ervaring alle facetten van ons bestaan, van onze samenleving. Politieke economie dicteert grotendeels wat we doen, hoe we dat doen en wanneer we dat doen. Filosofie vraagt waarom we doen wat we doen. Filosofie is de kritische en normatieve blik die de economie naar mijn idee nodig heeft. Na grote gebeurtenissen als de financiële crises zitten wij als samenleving midden in een kairotisch ogenblik en ik wil die helpen grijpen.

“We worden (…) pas waarlijk enthousiast voor datgene wat onze rationele vermogens overstijgt”.

Af en toe ben ik nog bang dat ik mij niet genoeg specialiseer. Maar toen ik dat las snapte ik het. Het is zo groot dat het mijn rationele vermogens overstijgt. En juist daarom wil ik erover blijven leren.