‘Ducklings’ noemden we onze studenten liefkozend. Op de woensdag voor de OWL keken wij mentoren al ongeduldig uit naar de OWL week die ons te wachten stond. De OWL is de introductieweek voor internationale studenten die aan de Universiteit Leiden gaan studeren. Samen met mijn mentorpartner in crime was dit de eerste keer dat ik als gids zou dienen tijdens de OWL. Wat moesten we verwachten? Wat voor studenten zouden er bij ons ingedeeld worden en waar komen ze allemaal vandaan? We konden niet wachten om te beginnen.

Het OWL bestuur had een onwijs leuk thema bedacht: Be in your Element. Dat betekende dat iedere dag in het teken stond van één van de elementen en ook ieder groepje een eigen element had. Onze groep, groep 38, kreeg het element ‘vuur’ toebedeeld. Om onze ducklings op de eerste dag duidelijk te maken dat ze bij ons hoorden, moest er ook een bordje met het nummer er op gemaakt worden. Wij besloten dit groots aan te pakken. De zolder van mijn ouders bleek een uitkomst: daar vond ik een angstaanjagend Indonesisch masker met zijn bek open. In de tussentijd had mijn partner niet stilgezeten, van een huisaansteker wist hij een vlammenwerper te maken: ons bordje was geboren.

14063866_533216583554343_6974555920116959300_n

Uit alle hoeken van de wereld waren ze gekomen. We kregen studenten uit China, Amerika, Mexico, Polen, Spanje, Colombia, Italië, Portugal, Duitsland en India en allemaal hadden ze weer een andere studie waar ze voor kwamen. Ik vond het ontzettend tof dat veel studenten speciaal naar Leiden kwamen voor een bepaalde bètastudie. Om elkaar wat beter te leren kennen begonnen we met wat naamspelletjes, maar dit bleek nog niet zo eenvoudig. De studenten uit westerse landen hadden moeite met de Chinese namen, maar de Chinese studenten ook zeker met de westerse. Na vijftien keer ‘ik ga op vakantie en ik neem mee..’ konden we het gelukkig aardig onthouden.

Na een drukke dag konden we ontspannen met een biertje. Voor het ultieme Nederlandse borrelgevoel bestelden we bitterballen, deze kunnen natuurlijk niet ontbreken op de Hollandse borrel. Ze verkeken zich op hoe heet ze zijn, maar ze vonden ze wel erg lekker. Wie de laatste bitterbal moest nemen was een beetje lastig. De meeste buitenlandse studenten zagen het als zeer onbeleefd om de laatste bitterbal te nemen. Toen wij er op stonden, legde de Japanse student zich er mokkend bij neer en nam het toch maar aan.

haring

Haring! Door Juan Manuel Espejo

Haring moest natuurlijk ook geproefd worden! Als een soort plechtige gebeurtenis stonden ze in een rijtje naast elkaar voor de viskraam. Met de rechterhand bij het staartje pakken, arm de lucht in en hap! Een aantal van de studenten die het niet hadden aangedurfd keken met een vies gezicht toe. Over het algemeen vond iedereen het lekker, maar de gedeelde mening luide wel als volgt: ‘Lekker… maar ik hoef er niet nog een.’

Aan het eind van deze blog besef ik me dat ik praktisch niets over de OWL heb verteld. Ik denk ook dat het leukste van de week is dat je zo veel studenten uit andere culturen leert kennen. Iedere student heeft een uniek verhaal en het is ontzettend leuk om de verschillende in culturen te ontdekken. Ook besefte ik me hoe gek ik eigenlijk op Nederland en Leiden ben, en het is daarom des te leuker mijn enthousiasme daar voor te delen. Sinds de OWL is er nog maar één dag verstreken dat ik mijn ducklings niet heb gezien. Mentor zijn in de OWL is een unieke ervaring en ik raad het iedereen aan.