En ik maar denken dat het spreekwoordelijke ‘aan de schandpaal nagelen’, uit lang vervlogen tijden dateerde. De periode waarin eer nog een rol van betekenis speelde en het een straf was voor wetsovertreders om op een plein vastgeklonken te worden zodat het volk hen kon bespotten en naar hartenlust rot fruit naar hen kon gooien. Het klinkt middeleeuws en dat is het ook. Hoewel tot in de negentiende eeuw in werking, komt het erop neer dat het ding in onbruik is geraakt en alleen nog te bewonderen is in pretparken en musea.

Wat ik steeds vaker (tot mijn ongenoegen) zie, is dat de fysieke schandpaal anno Facebook en Twitter is ingeruild voor een digitale. De onschuldpresumptie (een groot goed in het Nederlandse strafrecht; een ieder is onschuldig tot het tegendeel is bewezen) wordt op televisie en in sociale media massaal met voeten getreden. Het gebeurt regelmatig dat er zelfs in serieuze nieuwsprogramma’s wordt gesproken over een ‘dader’ waar het woord ‘verdachte’ het enige juiste is. De enige die bepaalt of iemand schuldig is aan een misdrijf is nog altijd de rechter. Niet het slachtoffer, niet het publiek en niet de media. Tot het vonnis onherroepelijk is en iemand door de rechter schuldig is bevonden, is hij onschuldig. Ook al is dat een juridische fictie, ook al roepen 17 miljoen zelfbenoemde ‘rechters’ op tot levenslang.

schandpaalDus ook Jasper S. (in de zaak Marianne Vaatstra), ook Badr Hari –wiens marktwaarde als Bekende Nederlander is geëxplodeerd sinds hij met Estelle Cruijff broodjes eet in Amsterdam en al helemaal de jongens die begin januari in Eindhoven op straat een jongen zouden hebben geschopt en geslagen. En ik benadruk die laatste groep met klem, omdat de camerabeelden weliswaar door de politie openbaar zijn gemaakt, maar hun namen niet. Wat schetst mijn verbazing? Sinds gisteren tieren op Facebook welig de foto’s van een groep jongens met daar in grote rode letters hun namen. Dit zouden de jongens zijn die te zien zijn op het bewuste filmpje. Klakkeloos wordt deze foto geshared, de meest grove beschuldigingen en vreselijke verwensingen worden eraan toegevoegd en zo gaat deze afbeelding de wereld over. Zonder dat het duidelijk is of de jongens op de groepsfoto dezelfde zijn als op de camerabeelden, zonder dat geverifieerd is of de bijbehorende namen kloppen. En zelfs al zouden zij dit zijn, wanneer is voor het gemak het zwarte balkje maar weggelaten, sinds wanneer is het niet meer gebruikelijk om van een verdachte slechts de eerste letter van de achternaam te noemen?

Uiteraard heb ik een poging gewaagd om te weten te komen wie deze jongens zijn en op het profiel van ene Tom kom ik een status update tegen waarin hij Geen Stijl ‘bedankt’, omdat zijn naam nu rond zingt, maar hij niets met de mishandeling te maken heeft. Uit het interview dat NOS op 3 met hem hield, blijkt dat hij inmiddels wordt bedreigd en uit veiligheidsoverwegingen niet is gaan werken die dag. Ik denk dat met dit ene voorbeeld het gevaar van kritiekloze naming and shaming wel duidelijk is. Er is niet voor niets zoiets als politie en justitie die verdachten oppakken en vervolgen, een advocaat die de verdachte verdedigt en een rechter die oordeelt en niet in de laatste plaats, erover waakt dat een ieder een eerlijk proces krijgt. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat wij gewapend met stokken (of sociale media) iemand door de straten jagen en hem publiekelijk te schande maken.

De publiekelijke verontwaardiging over onrechtvaardigheden ten spijt, dit kan niet en dit mag niet. Het lijkt wel een heksenjacht. En dat is, net als de schandpaal, volkomen achterhaald.

P.S. Na het schrijven van dit stuk, zie ik dat het Openbaar Ministerie zich genoodzaakt voelde een statement uit te vaardigen. Bij dezen een deel van de verklaring:

“De verontwaardiging in de media en op internet over dit ernstige strafbare feit is begrijpelijk, maar het mag niet betekenen dat de normale rechtsgang hierdoor verstoord wordt. Het is niet de bedoeling dat burgers het recht in eigen hand nemen. De beslissing over de schuldvraag is voorbehouden aan de rechter.”