Het is in Nederland een traditie en in mijn familie een traditie: naar de Matthäus-Passion van Bach in de week voor Pasen.

Met mijn oma’s en mijn vaders partituur onder de arm – hij heeft jaren geleden zelf in het Vredenburg in Utrecht meegezongen in een van de koren – wandelen we elk jaar van mijn ouderlijk huis naar de kerk. De uitvoering in Naarden is altijd erg traditioneel, van de sfeer tot het publiek tot de instrumenten. Dit jaar besloten we iets nieuws te proberen en naar een andere uitvoering te gaan, in de Hertzberger zaal van Tivoli Vredenburg in Utrecht.

De Matthäus is het enige stuk dat ik alléén live zie. Dit is een stuk waarin je je onderdompelt, die je meeneemt op een reis. Ieder jaar ontroert het weer op een andere manier. Dit jaar stond voor mij in teken van de kwetsbaarheid van het leven, en de diepe verbondenheid tussen mensen die dat kan overstijgen. De interpretatie van dirigent Reinbert de Leeuw was, zoals de Volkskrant schreef, ‘ingetogen en vol deemoed’. Er lag zo veel emotie in de uitvoering, in het bijzonder de koralen vlak na het doodsvonnis, “Ich will hier bei dich stehen”, en na de kruisiging van Jezus, “Wenn ich einmal soll scheiden”, drongen daardoor nog dieper binnen. Ik snikte niet alleen om Jezus maar ook om de dag dat ik dit stuk ga zien maar dat mijn vader er niet meer bij kan zijn.

De schoonheid van religie zoals ik die ken – we hoorden een aantal jaar bij een Remonstrantse gemeente – is dat het je na kan laten denken over moraliteit, over jouw levensethiek. Een traditie als een zondagmis of een jaarlijkse Matthäus-Passion doet je even stilstaan bij dit soort vragen. De trend van de laatste tijd is om religie met argusogen te bekijken. Hoe meer ik echter leer over religie en de verhalen die daarin belangrijk zijn, zoals dit verhaal over de lijdensweg van Jezus, hoe meer ik mij realiseer dat veel van dat gedachtegoed ook zo universeel is. De Matthäus-Passion is voor mij geen verhaal over een zoon van God. Het gaat voor mij over een mens die zo begaan is met zijn medemens en zich toch verraden ziet worden door twee van zijn meest vertrouwde volgelingen. Het gaat over verraad, pijn en wanhoop, macht, hebzucht en eigenbelang, maar ook over vriendschap, liefde en vergiffenis. Allerlei facetten van de menselijke natuur worden weerspiegeld in de karakters die in dit verhaal een rol spelen.

Daarom zie ik dit stuk elk jaar weer anders. Dit stuk leeft.

Mijn vader en ik voor de voorstelling