Iedere student die onderzoek doet weet dat het soms lastig is om aan genoeg respondenten te komen die ook nog eens een goede afspiegeling vormen van je onderzoeksgroep. Zo ook een vriendin van mij, die voor haar masterscriptie Sociologie onderzoek doet naar de transitie van (master)student naar het werkende leven en de daarbij komende quarter-life-crisis. Toen ze vroeg of ze mij hierover mocht interviewen zei ik dan ook direct ja. Bovendien is het best leuk om over jezelf te kletsen.

Onder het genot van een wijntje werd ik bevraagd over hoe ik sta in de transitie van student naar het werkende leven. Eerst moest ik allerlei kaartjes met uitspraken ranken van -5 (helemaal niet van toepassing) naar +5 (absoluut wel van toepassing). Hierbij werd mij gevraagd hardop na te denken. Dit hardop denken voelde nogal onnatuurlijk en een beetje alsof ik gek was, het is net alsof je tegen jezelf aan het praten bent, maar alles voor het onderzoek. Het kaartje met daarop “Ik overweeg medicatie te nemen om deze periode door te komen” werd direct naar -5 verbannen, hier had ik nog nooit een seconde over nagedacht en kon ik me totaal niet in vinden. Maar andere vragen over of ik een voorbeeld heb en of dat voorbeeld van invloed is, waren een stuk lastiger te plaatsen.

Ook hier had ik namelijk nog nooit over nagedacht, maar hier wist ik niet zo snel een antwoord op. Natuurlijk kwam de vraag over hoe ik mijn CV zie ook nog even langs. Net zoals een kaartje over netwerken. Al die dingen waar je als masterstudent mee dood gegooid wordt, kwamen voorbij. Toen ik uiteindelijk alle 50 kaartjes een plaats had gegeven, na ongeveer 3 kwartier!, werden mij nog wat diepere  vragen gesteld over waarom ik bepaalde kaartjes op een bepaalde plaats had neergelegd. Na dit vragenvuur stelde de interviewer voor om even een pauze in te lassen. Het gespreksonderwerp werd even veranderd naar wat luchtigers en de glazen wijn werden aangevuld.

Vervolgens gingen we verder met het interview, hierbij kwamen met name algemene vragen aan bod over de aanwezigheid of afwezigheid van steun door familie en vrienden of ik het idee heb dat mijn opleiding mij goed voorbereidt op het werkende leven of het huidige economische klimaat van invloed is of ik ambitieus ben enzovoort. Een aantal vragen waren voor mij makkelijk te beantwoorden, maar een aantal andere vragen waren echte hersenkrakers. Hier had ik nog niet, of niet op die manier, over nagedacht en waren een stuk lastiger te beantwoorden.

Na het interview bespraken we nog even kort of mijn antwoorden erg overeen kwamen met die van de andere respondenten, voor zover de interviewer hier iets over mocht zeggen, en hoe het interview zelf verlopen was. Het is grappig om te merken dat je, doordat je zelf ook onderzoek hebt gedaan aan de hand van interviews, anders antwoord geeft. Met name uitgebreider en je meer bewust van het feit dat een vriendin op dat moment de ‘onderzoeker’ is die niets van mij weet, ook al weet ze precies hoe ik over bepaalde dingen denk en in deze situatie sta.  Het nadeel van mijn goede daad en uitgebreide verhaal is wel dat ik haar nu een berg werk geef voor het transcriberen. Verbatim interviews uitwerken is bepaald niet het leukste klusje van een onderzoek namelijk. Maar “ieder voordeel heb z’n nadeel”.