Als ik wakker word, zie ik ondanks de -5 waas die me omringt omdat ik geen bril op heb, vaak de gitzwarte ogen van Phineas al naar me kijken. Soms vraag ik me af hoe lang hij me al aanstaart. Gelukkig is hij absoluut niet eng, het is eerder aandoenlijk.

Af en toe ben ik blij dat hij geen besef heeft van tijd en ruimte en dat hij na een paar seconden weer vergeten is wat hij heeft gezien. Phineas is namelijk getuige van alles wat zich in deze kamer afspeelt.

Hij (of zij, ik weet niet zeker of Phineas een mannetje of een vrouwtje is) weet dat ik de afgelopen weken slechts 6.5 uur per nacht heb geslapen, dat er dagen zijn waarop ik ’s ochtends gewapend met een tas vol aantekeningen en boeken naar het KOG vertrek en pas laat weer terug keer, dat ik drie dagen dezelfde joggingbroek draag en mokken met bodempjes thee zich opstapelen in de periode dat ik vrijwel alleen maar werk aan essays. Hij is de enige die weet dat ik hardop praat tegen mijn pc…en die soms ook uitscheld. Misschien hoort hij ook wel de keiharde hiphop die ik opzet als ik even geen zin meer heb in academisch verantwoorde teksten en lacht hij besmuikt om het feit dat ik het liefst quizzen en documentaires kijk als ik op de hometrainer zit onder het mom van ‘training van lichaam en geest’. Of pikt hij ook wat items mee van het NOS Journaal, dat ik altijd kijk op m’n telefoon als ik al in bed lig. Ik hoop dat Phineas niet stiekem blijkt te beschikken over een talenknobbel, want Skypen met het thuisfront op Curaçao doe ik ook schaamteloos in zijn bijzijn.

De afgelopen tijd heb ik Phineas en zijn vriendje Romeo verwaarloosd. Doordat ik zo weinig thuis ben en de hele dag van faculteit naar de gevangenis (om een gedetineerde te interviewen voor Prison Project), naar de UB, naar activiteiten van de studievereniging, naar eetafspraken met vriendinnen, sollicitatiegesprekken en lezingen ren, kan ik me vaak niet meer herinneren wanneer ik ze voor het laatst eten heb gegeven. Dus geef ik ze schuldbewust ietsje meer terwijl ik ‘sorry’ zeg. Volgens mij nemen ze het me niet erg kwalijk, hun monden zijn dan al druk het voer aan het vermalen. Op zo’n moment benijd ik ze haast om hun simpele leven, met minimaal bewustzijn en slechts instinct om op gezette tijden te eten en te slapen (als ze dat al doen). Die gedachte duurt altijd maar een fractie van een seconde.

Ik zou me dood vervelen als goudvis.

 

Dit is niet Phineas, die is een stuk knapper.

Dit is niet Phineas, die is een stuk knapper.