Het is stil. Geen mens te bekennen op de perrons of in de trein. Ook op straat is het stil: geen rijen voor de kassa’s of minifiles op normaalgesproken drukke kruispunten. Alleen hier en daar een kat die stilletjes zijn prooi volgt. De stad lijkt zich te wentelen in een sluimerende zomerslaap. De vakantieperiode heeft nu echt toegeslagen zo lijkt het. Ook als ik rondkijk in de bibliotheek of op mijn werk, is dat goed te merken. Een aantal stoelen is leeg en er komen veel minder postpakketjes binnen dan normaal. Komkommertijd noemen ze dat dan.

En toch is die stilte maar schijn. De denderende trein die de ‘EL CID’ heet, is al in de verte te horen. De e-mails met waarschuwingen dat ik me nu toch echt moet gaan inschrijven voor die ene programmeercursus en die lessen Frans, vliegen me om de oren. En oh ja, iets met op tijd de boeken voor die cursussen bestellen, dat kan ook geen kwaad, net zoals er nog iets moest gebeuren met dat reisproduct voor een bepaalde datum. De to-do post it’s kijken me elke ochtend en avond aan voordat ik wegga en als ik weer thuiskom, en in plaats van dat er briefjes weggehaald kunnen worden, lijken er steeds meer bij te komen – in verschillende kleuren nog wel, maar dat is toeval. Een nieuwe agenda aanschaffen dan maar, dan kunnen die post it’s daarin weggestopt worden.

Deze naderende onweerswolk, die alle wind wegtrekt en het daardoor muisstil maakt, wekt de illusie dat het nog volop vakantietijd is. Alsof iedereen nog op het strand ligt of zijn favoriete boek nog maar eens openslaat op een zonnig plekje in de tuin. Langzaam sluipt er een wolkje voor de zon en meer zijn er al te bespeuren aan de horizon. Je alvast indekken door je ramen te stutten en al het benodigde al in huis halen, is de enige oplossing. Want die stilte, is echt maar schijn.

Wolk voor de zon