Het is vandaag stressen geblazen in huize EastWest, want morgen moet er een kladversie van tenminste een deel van het eerste hoofdstuk van mijn scriptie ingeleverd worden. En er staat nog geen woord op papier. Dus wat doe je dan? Juist, jezelf uitgebreid trakteren op een zelfgemaakt Zondags Ontbijt en een blog schrijven.

Nu het eerste semester echt op zijn einde begint te lopen (morgen over 3 weken heb ik mijn eerste grote deadline), begint ook de gevreesde scripties steeds echter te worden. Zoals ik al eerder schreef, heb ik besloten mijn scripties één voor één te schrijven. De eerste moet eind januari af zijn. Door alle drukte ben ik er nog niet echt aan toegekomen er eens goed voor te gaan zitten. “Dankzij” een flinke verkoudheid heb ik daar dit weekend wat meer rust voor.

De drukte van alle colleges, huiswerk, studievereniging en werken zijn echter niet het grote totaal van het probleem waarom ik het lezen en beginnen met schrijven steeds maar voor me uit schuif. Sinds kort heb ik namelijk nog een ander probleem ontdekt: mijn motivatie. Nu hebben de meeste studenten een flinke schop onder hun achterste nodig om die scriptie te schrijven en/of af te maken, dus je zou zeggen dat het niet zo gek is dat weinig motivatie heb voor zo’n scriptie. In mijn geval gaat het alleen om méér dan de motivatie om daadwerkelijk aan mijn scriptie te gaan werken.

Om alvast een scriptiebegeleider te vinden voor mijn masterscriptie van Engels, heb ik mijn begeleidster van mijn bachelorscriptie gecontacteerd. Niet alleen had ze erg veel zin om mijn masterscriptie ook te begeleiden (hoera!), ze stelde ook meteen een idee voor wat we vorig jaar aan de kant hadden geschoven. Dit omdat het onderwerp te groot was voor de ruimte die de bachelorscriptie bood. Nog net zo enthousiast over het onderwerp als toen, ben ik meteen naar mijn primaire bronnen gaan zoeken (in dit geval namelijk een analyse van de aanpassingen van de originele teksten). Hoewel ik pas in februari zal beginnen aan deze scriptie, kan ik nu eigenlijk al niet wachten om eraan te beginnen.

En dáár zit de kern van mijn probleem. Ik vind Japans nog steeds heel erg leuk om te doen, en skype bijvoorbeeld nog iedere zondag met mijn Japanse “oom en tante”. Mijn taalvakken vind ik hartstikke leuk, en ook de inhoudelijke vakken die ik gevolgd heb, vond ik interessant. Maar, zoals ik nu heb ontdekt, als puntje bij paaltje komt ligt mijn echte passie toch bij Engels. Het doet niets af aan mijn enthousiasme voor Japans, maar mijn passie voor Engels is gewoon nog zo veel meer/groter dan dat. En om dan een scriptie te gaan schrijven voor Japans – met de wetenschap wat komen gaat voor  Engels – is toch best wel lastig. Nog lastiger is misschien wel de wetenschap dat je er 6,5 jaar over hebt gedaan om dat te ontdekken.

In Den Haag mogen ze misschien klagen over het grote percentage uitval in het eerste jaar, en proberen ze dat op de universiteiten op te lossen met bindende studie-adviezen, in de praktijk blijkt soms gewoon dat je dingen moet doen om dingen te ontdekken. Óók als het gaat om je studiekeuze.

We kunnen niet allemaal een vliegende start maken wanneer we beginnen met studeren

We kunnen niet allemaal een vliegende start maken wanneer we beginnen met studeren