Na de duizendste “Sorry, we zijn al voorzien tot 2017” (2017? Welke overdreven gemotiveerde bachelorstudent zou er in zijn 2e jaar al gesolliciteerd hebben voor een masterstage?) lag de druk hoog. Ik moest en zou die droomstage binnenslepen. Gruwelijk voorbereid was ik, maar voor de vuurdoop waar ik aan werd onderworpen kon je niet voorbereid genoeg zijn. Met trillende handjes liep ik op de vierkoppige delegatie van de stage-instelling af. Amaí, zouden wij in Brabant zeggen, zovèul mènseuh? Ik ben redelijk ervaren in het voeren van sollicitatiegesprekken, maar nog nooit zat ik aan kop van een tafel waar acht doortastende ogen tot het diepst van mijn ziel doorboorde. Diepe zucht, rug recht, borst vooruit, lipjes getuit en gaan met die banaan.

Waarom, waarom, waarom en ja, waarom eigenlijk? Dat was constant de vraag. Waarom deze instelling, waarom niet verdergaan met de researchmaster, waarom überhaupt beginnen met die master, waarom eerst HBO, waarom stage in Afrika, waarom… Binnensmonds vervloekte ik Simon Sinek voor zijn Golden Circle, want de what-how-WHY strategie zat er goed in bij deze getrainde mensen. En laat ‘waarom’ nu juist de belangrijkste maar moeilijkste vraag of them all zijn.

En na een uur loop je naar buiten, totaal leeggezogen, met geen greintje bevestiging vanuit de vierkoppige delegatie. Mijn laatste stukje zelfvertrouwen was inmiddels ook vervlogen met de wind. Het moeilijkste deel van de sollicitatie moest eigenlijk nog beginnen: wachten. 4 hele dagen. Het is gruwelijk om te moeten wachten op een uitslag zonder enig idee te hebben hoe je ervoor staat. Er is maar één optie. Alle frustratie en onzekerheid bij mijn vriend dumpen en vervolgens weer verdergaan waar ik gebleven was.

4 uur later. Telefoon. Onbekend nummer. 076. WHA, BREDA. Het zal toch niet..? Nu al..? Jawel dus. Mijn brein analyseert de situatie meteen: hoe klinkt ze? Klinkt ze alsof ze goed nieuws mag brengen of voelt ze zich rot omdat ze me moet afwijzen? Ik neig naar de laatste optie, ze praat wat vlak en zonder emotie. Ik bereid me voor op de afwijzing. “Ik mag je..” Daar komt het sprankje hoop. Wat mag ze me anders dan feliciteren? Ik mag je afwijzen? Ik mag je zeggen dat je absoluut verschrikkelijk bent? Ik mag je teleurstellen? Je vraagt je af: kan een mens dit allemaal in een milliseconde bedenken? Ja hoor, mijn hoofd maakt overuren. STOP WENDY. Luister gewoon naar wat ze je te zeggen heeft. “..FELICITEREN!”