Terwijl ik langs de Hofvijver dwaal, nog een beetje in het proces van wakker worden, zie ik vanuit mijn ooghoek een groepje grijs/zwarte pakken opdoemen. Wild gebarend zoeven ze langs me, papieren onder de arm en mobiel in de hand. Het zijn de ambtenaren en politici in hun vertrouwde omgeving, even het territorium afbakenen. De doelbewuste manier waarop ze zich voortbewegen laat je weten dat zij hier de baas zijn. BAM! Dan is daar opeens die andere veel gespotte categorie mens die nou juist dit gebied van Den Haag ook als het eigen domein beschouwt: de toerist. Ze clashen gigantisch, zowel letterlijk als figuurlijk. Haastig snelwandelen versus stilstaan (bij voorkeur in de weg) en donker formeel versus Hawaïaanse prints en fototoestellen. De ziel van de hofstad kent vele uitersten en als het botst is het net vuurwerk, erg vermakelijk om naar te kijken vanaf een veilig terrasje.

Daar heb ik nu helaas geen tijd voor, er staat me een college te wachten. Als een verdwaald kuddedier loop ik langs de verschillende mensen, niet in staat mijn eigen ‘soort’ te herkennen. Of toch wel! Daar gaat er één volgens mij. Op een enige afstand hobbel ik er achteraan: over het Binnenhof, het Plein, door de Casuariestraat en jawel hoor… de Schouwburgstraat in. Terwijl degene voor me het gebouw inloopt dat het komende jaar mijn ‘tweede thuis’ zal worden blijf ik nog even stilstaan om het pand in me op te nemen. Ook hier weer een geslaagde combinatie van extremen, achter de oude gevel verschuilt zich een geheel nieuw bouwwerk. Ik probeer me zo normaal mogelijk over de  trap richting de ingang te bewegen; niet struikelen, niet struikelen…Terwijl ik me bedenk dat dat eigenlijk best goed ging loop ik tegen de draaideur op die mijn onhandigheid lijkt te registreren en dus spontaan blokkeert. Fijn weer dit, gelukkig zag niemand me. Behalve de beveiligingscamera dan.

Campus Den HaagEn toen… was er licht. Niks geen bedompte kelders volgestouwd met computers, alles is splinternieuw en (tot mijn grote verbazing) smaakvol. Dit is in de verste verte niet te vergelijken de  faculteitsgebouwen waar ik mijn voorafgaande studieleven in heb doorgebracht. Wauw. Een beetje onder de indruk van het geheel voorzie ik mezelf van thee en installeer ik me in wat nog het meest op een gezellig café lijkt. Ik ben er veel te vroeg. Vanaf een gigantisch (echt heel groot) scherm spreekt een serieus gezicht me toe over de wereldproblemen die wij na deze studie mogen oplossen met onze nieuw opgedane management-, beleid- en lobbyskills. Dat je maar even weet waar je straks aan begint!