Eigen illustratie

Het is 8 uur ’s ochtends. Ik lig, uitermate ge-lukkig, te slapen als een prinsesje (lees: kwijlen, snurken, woelen). Het bewustzijn nadert razendsnel. Met gesloten ogen probeer ik uit alle macht te blijven hangen in de aangename sluimerwereld van oneindige mogelijkheden. Te laat. Ik ben wakker. BAM! De realiteit komt aan als een mokerslag. Vandaag is het zo ver.

Paniek slaat toe: klamme handen, misselijkheid en snerpende gedachteflarden. VLUCHT! VLUCHT NU HET NOG KAN! OF VERSTOP JE ONDER DE DEKEN! Met een roze bloemetjes-dekbed over mijn hoofd, probeer ik mezelf streng toe te spreken: stel je niet zo aan! Je gaat gewoon eventjes een scriptie verdedigen. Niets aan de hand. Appeltje-eitje. Toch?

De bestuurskundige masteropleidingen in Den Haag hanteren een thesisverdediging achter gesloten deuren (dus er zijn gelukkig geen pottenkijkers bij aanwezig). Vanaf een veilig afstandje is het een prachtige traditie maar als je op het punt staat om het ritueel zelf te ondergaan is het vooral eng. Het woord ‘verdediging’ impliceert immers toch de aanwezig-heid van een aanval. Alsof het een gevecht is: student versus afstudeercommissie.

Trillend als een rietje neem ik plaats op een stoel. Er volgt een korte introductie. Vervolgens worden de vragen één voor één op me afgevuurd: over generaliseerbaarheid, maatschappe-lijke relevantie, methodologie en wetenschappelijke aanbevelingen. Gelukkig beschik ik over een groot praat-talent. Bla bla blaaaa… valide… bla bla… triangulatie… De zenuwen maken gaandeweg plaats voor overtuiging. Een half uur later loop ik de wijde wereld tegemoet. Klaar. Offensief afgeweerd, en goed ook… Een 8. Ik heb duidelijk gewonnen.