Overal – in de studentenwandelgangen – hoor ik het woord Tinder. Refereert dat naar het woord ‘tender’? En refereert dat woord op diens beurt dan weer naar ‘tender meat’ ofzo? Een ding is zeker: als je wil weten wat voor vlees je in de kuip hebt op social media, dan ben je bij Tinder op het juiste adres. Daar kun je namelijk zonder schaamte je subjectiviteit botvieren op standaardplaatjes van meisjes die een fotoshoot hebben gedaan via Groupon, wereldverbeteraars met Afrikaantjes op hun nek, narcistische wijfjes met selfies, mannen met zweetplekken die dat zogenaamd niet door hebben, gasten met gezichten vol met puisten met flessen bier in de handjes of een of andere zelfzuchtige machismo met een oranje kop in een exotisch oord.

Ja, bij Tinder kan het allemaal. Daar weet je binnen luttele seconden of je iemand wel of niet ziet zitten. Of iemand kosjer is om het maar in de juiste termen te stellen. Al leidt de potentiële date vaak slechts tot een spelletje bingo onder singles, het is en het blijft natuurlijk bizar spannend om dan toch opeens tussen die duizenden plaatjes een lokale hete boy of roemruchte stoot te vinden. En als dat ene juweeltje jouw foto ook mooi vindt en dan ook nog eens met jou wil praten, dan is het hek van de dam.

Ik geloof dat ik een maand of vijf geleden de prehistorische vorm van Tinder op mijn bordje heb gekregen. Rauw en ongezouten. Tsjah, ook ik ben dus – al was dat geheel onvrijwillig – onderworpen aan een digitale vleeskeuring. Op maandagmiddag om tien voor half twee, terwijl ik daar nietsvermoedend in mijn onflatteuze joggingbroek aan de keukentafel las over de krullen van Katja Schuurman en lurkte aan een veel te slappe bak koffie, werd ik opgebeld door Frank V. ,,Ik heb uw advertentie gelezen, en ben zeker geïnteresseerd in een afspraakje.’’ Mijn koffie bleef even achterwege. ,,U heeft het bij het verkeerde eind. Ik heb geen advertentie geplaatst want volgens mij heb ik niets te koop gezet. Verkeerd verbonden. Doei!’’ Nog geen twee minuten later werd mijn momentje Katja met koffie nogmaals verstoord: ,,Hoi Lenneke, je spreekt met Guido. Ik wil je. Ik heb je foto’s gezien en daar heb ik van genoten. Je mag best met mij spelen.’’ Hoewel ik deze beste Guido achteraf het liefst had willen uitmaken voor viespeuk, krotenkoker, gladjanus en seksist, stond ik op dat moment met mijn mond vol tanden. ,,Waar heeft u mijn nummer vandaan, meneer?’’ Vanaf dat moment was ik niet langer mezelf, maar gereduceerd tot ‘Lenneke, 41 jaar uit Duivendrecht, rood haar en voor alles in voor een tientje’. Iemand zette mijn nummer en fictieve foto op internet. Ik was het niet. Iemand vond dit grappig. Ik was het niet. Iemand wilde graag een spelletje spelen. Ik was het niet.

Nu ik in de afgelopen maanden met 137 verschillende mannen een kort en bondig gesprek heb gevoerd, nadat zij ‘mij’ luttele seconden ‘uitvoerig’ bekeken op sexysexdate.nl, vooriederwatwulps.nl en marktgoed.net, weet ik heel zeker dat Tinder niks voor mij is. De geest is gewillig want ook ik  wil graag geloven in de onschuld van mensen op een digitaal datingplatform. Toch bleek het vlees van al mijn 137 potentiële afspraakjes zwak en heb ik voor de zekerheid mijn telefoonnummer maar veranderd. Aan deze ordinaire georganiseerde opnamen orgies doe ik niet meer mee. En Lenneke denk ik ook niet.

vleeskeuring