Onder de masterstudenten bij scheikunde en LST zijn aardig wat vrouwen te vinden. Uit onderzoek blijkt dat het na de PhD het aantal vrouwen van 46% daalt naar 6% vrouwelijke post-docs.

Een aantal maanden geleden stuurde een collega me het artikel “Women in Science: in pursuit of female chemists” door. Ik was net begonnen aan mijn laatste stage voor mijn master chemistry. Die stage was niet in het lab. Vond ik het labwerk niet leuk? Ja en nee. Inhoudelijk vind ik scheikunde hartstikke interessant. Maar de sfeer lang niet altijd, hoewel ik het lastig vind om precies te omschrijven waar dat aan ligt. Tot dit artikel. De auteur, Carol Robinson, professor in Oxford, schrijft:

“Chemistry has a reputation for being more cut-throat than biology or physics. It has a macho culture in which getting to the finish line first is more important than how you get there.”

Die machocultuur herkende ik. Mijn gedachten gingen terug naar mijn bachelorstage. Ik zie mezelf weer zitten aan de tafel in de kantine als enig meisje. Alle mannen en jongens om mij heen maken grove grappen of praten over formule 1 racen. Ik had niet veel te zeggen tijdens die lunches.

Ook dacht ik terug aan mijn afstudeerstage in het lab. In het begin was ik onzeker over mijn praktische vaardigheden – ik vroeg het liever 3 keer dan dat ik een fout maakte. De jongens om mij heen leken geen last te hebben van onzekerheid; die deden elk experiment met bravoure. Tot ik er na een paar maanden achter kwam dat mijn praktische vaardigheden minstens zo goed waren. Mijn experimenten verliepen eigenlijk nauwkeuriger en netter. Mijn onzekerheid verdween, maar het zette me wel aan het denken. Anderen zeggen misschien dat ze iets kunnen, maar dat is soms meer macho-praat dan echte vaardigheden.

Dan is er nog het dilemma carrière-gezin. Tijdens mijn stage kreeg ik een keer de arbo-richtlijnen onder ogen. Het kwam er op neer dat zodra je zwanger was je zo snel mogelijk moest stoppen met labwerk. Zeg maar vanaf week 1. Nu ben ik niet in de fase waarin ik al weet of ik überhaupt kinderen wil, maar dit lijkt me ten eerste niet aantrekkelijk en ten tweede een grote inbreuk op je privacy. Hoezo je baas vertellen ‘vorige week ben ik zwanger geworden’? Robinson schrijft:

“I chose another unconventional route. I took an eight-year career break to cover the birth of my three children. I was warned that it was highly unlikely I would be able to return to science. I thought this was too high a price to pay for motherhood.”

Robinson keerde terug, veroverde met moeite een post-doc positie en werd uiteindelijk professor. Haar verhaal ademt wat Marie Curie al verzuchtte, toen ze gevraagd werd naar de combinatie gezin en carrière: ‘It has not been easy”.

Is een carrière als scheikundige aantrekkelijk? Ik sta voor de keuze: welke richting ga ik op? Zonder vrouwen in scheikunde zal de cultuur er nooit veranderen. Aan de andere kant: word ik gelukkig van inhoudelijk weliswaar superleuk werk, maar een werkcultuur waarin ik me niet thuis voel?

Advies? Reacties? Hoe ervaar jij je vakgebied? Voel je er je thuis of herken je juist iets?

Het hele artikel kun je online lezen. Even inloggen op bibliotheek.leidenuniv.nl en via de E-journals Nature opzoeken. Of klik hier.

Robinson, C., Women in Science: in pursuit of female chemists, Nature, 2011(476), p. 273-275