Eind tweede klas werd ik het VWO afgeschopt. Gebrek aan motivatie, zo luidde de toelichting op mijn rapport. “B0eiiEuH, iK WiiiL t0ch niie nAarR De uNii, LuV Miii Frii3ndjUhs <3 <3 <3Op de Havo vrat ik nog liever uit mijn neus dan dat ik mijn best deed iets te leren. Toen de lichtelijk overspannen wiskundedocent vertelde dat er 10.000 pincodes bestaan, was mijn aandacht en die van mijn rebelse vriendin enkel nog maar gericht op het opschrijven van alle mogelijke combinaties. Nee, dit is geen grap, we zijn zover ik me kan herinneren tot 4500 gekomen en ja, ik laat mezelf graag in de waan dat dit de vijf op mijn eindlijst voor Wiskunde (A1 nota bene, ik schaam me diep) verklaart. Ondanks dat ik op het HBO mijn motivatie enigszins hervond, heb ik me nooit voor de volle 100% ingezet. Studeren was bijzaak, genieten van het leven als student was target nummer één.

En zie mij nu eens, researchmasterstudent. Ik studeer vrijwillig een jaar extra, volg vrijwillig extra vakken, werk mezelf vrijwillig 24/7 uit de naad om alles met mooie punten af te ronden. Ironisch, is het niet? Ik had nooit het plan om me te verdiepen in onderzoek. Als ik heel eerlijk ben, had ik een rijtje vol ongegronde vooroordelen over deze master en met mij vele andere studenten. Noem eens wat, vraag je me. Ik geloofde dat researchstudenten geen leven buiten studeren hadden, dat zij de biertjes op zaterdagavond voor eeuwig vaarwel zeiden en een liefdesrelatie met hun schoolboeken begonnen. Ik nam aan dat iedere student professor wilde worden en dat alles moest wijken voor dat doel. Ik verwachtte concurrentie-strijd, betweterigheid. The Battle of the Smartest. En toch, ik gaf het een kans, want als we ons allemaal laten beperken door vooroordelen, wordt de wereld een heel stuk kleiner.

Al 2 maanden mag ik me ook tot de researchstudenten rekenen en het wordt hoog tijd serieus terug te blikken op mijn vooroordelen. Klasgenoten praten over studenten-verenigingen en disputen, drinken meer alcohol dan mijn lever ooit aan zal kunnen, werken naast hun studie in de praktijk, willen absoluut niet of juist wel op de universiteit werken, zijn meer dan sociaal en iedereen helpt elkaar door de zware vakken heen. Samenvattingen, college-aantekeningen en tentamenvragen gaan als warme broodjes over de toonbank. Tijd om mezelf streng toe te spreken: de ‘typische’ researchstudent, hij of zij bestaat helemaal niet Wendy!

Docenten laten de andere studenten graag weten hoe bevoorrecht de researchstudenten zijn. En laat ik eerlijk zijn, docenten plaatsen ons inderdaad in deze positie. We krijgen supervisie en intervisie om te zorgen dat ons studieplan perfect aansluit bij ons uiteindelijke doel. We mogen als enige studenten betaald meewerken aan interessante onderzoeken. We mogen gebruik maken van een eigen studio met eigen computers, thee & koffie. Logisch dat menig regulier student spontaan braakneigingen krijgt wanneer de privileges van ‘de bevoorrechte researchstudent’ worden benadrukt door hoogleraren. Maar de bevoorrechte positie waarin de universiteit ons plaatst, maakt ons geen egocentrische, arrogante studenten. We zijn net als iedere andere student, enkel wat extra onderzoeksvakken.

Het wordt hoog tijd om de vooroordelen aan de kant te schuiven, want hé, we zijn zo lekker gewoon gebleven!

funny-pictures-cat-does-science