Deze week is deel twee van mijn stageblog in Nicaragua! Heb je de vorige nog niet gelezen, dan kan dat hier.

In deze blog vertel ik over mijn ervaring met het ziekenhuis in Nicaragua. Ondanks de vele inentingen vooraf zijn velen van ons vorige zomer ziek geworden: schorpioensteken, zonnesteken, uitdroging, buikgriep, dengue, voor elk wat wils… ‘Talk about your poop‘ werd het motto van de opgraving. Uiteindelijk kwam het zo ver dat ik en vier anderen in het ziekenhuis belandden. Het is niet iets wat je van plan bent te overkomen op stage en zeker in een land als Nicaragua niet iets waar je op hoopt.

Happy Doctor

Nota bene de allereerste dag liep ik al een flinke zonnesteek op en ging ik later die dag goed over m’n nek. In dit klimaat nemen ze dit serieus en dezelfde avond werd ik door twee van de begeleiders opgehaald voor het allereerste bezoekje aan de dokter. We gingen naar een kleine praktijk in het dorp, wat te vergelijken is met een huisarts.

De dokter was een leuke man. We noemden hem de ‘happy doctor’, omdat hij zo veel lachte. Hij was heel rustig en kwam heel bedachtzaam over. In het Spaans werd er wat overlegd en ik zou een prik en een vitaminedrankje voorgeschreven krijgen. De begeleiders vroegen nog of ze weg moesten gaan tijdens de injectie. Verwonderd vroeg ik nog waarom ze weg zouden moeten, maar voor ze konden antwoorden gebaarde de dokter dat mijn broek omlaag moest en op mijn buik moest gaan liggen. Toen viel het kwartje…

From bad to worse

Ik baalde dat ik na de eerste dag al ziek werd en de volgende dag niet meer het veld in mocht. Ik wilde zo snel mogelijk weer het veld in, maar toch modderde ik een beetje aan. Na twee weken werd ik weer flink ziek. Ik voelde me al misselijk en flauw worden en nadat we uit het veld werden opgehaald werd ik afgezet bij het hotel. Een andere student hielp me naar mijn kamer, terwijl ik van ellende in janken uitbarstte. Ze ging bij de supermarkt nog extra water voor me halen en ik stortte compleet in. Ik was kotsmisselijk, praten en bewegen ging met moeite en mijn armen en benen tintelden vreselijk. Zo ellendig had ik me nog nooit gevoeld en dat voelde best beangstigend. Uiteindelijk haalden ze me op. We gingen we naar het ziekenhuis, omdat onze gebruikelijke dokter uit de stad was.

Als je ooit ziek wordt in een dergelijk land als Nicaragua, ga dan niet naar het openbare ziekenhuis. Het zag er van buiten al niet uitnodigend uit, en binnen was het er niet veel beter. Het gebouw was vies, krakkemikkig en de ene persoon in de drukke wachtkamer zag er nog erger uit dan de andere. Ik had al gelijk besloten dat ik hier niet ging blijven. Gelukkig dachten de projectleiders er net zo over, want na een klein kwartiertje gingen we weg. Terwijl we in de taxi stapten, kregen we te horen dat de happy doctor (gelukkig) terug was.

Aangekomen bij de dokter voelde ik me al een beetje opknappen. Terwijl we wachtten kon ik alweer een paar flauwe grappen maken en dacht ik dat ik me tegen de avond wel weer prima zou voelen. Toen ik aan de beurt was, werd er weer voor me vertaald. De symptomen werden aan de dokter uitgelegd en er werd wat heen en weer gepraat in het Spaans. Op een gegeven moment richtten ze zich tot mij met het nieuws: ‘De dokter denkt dat het dengue is’.

Die zin was als een klap in het gezicht. Het betekende namelijk dat ik naar het ziekenhuis moest en dat ik waarschijnlijk binnen afzienbare tijd ergere symptomen zou krijgen. Het was gelukkig een opluchting dat we niet terug gingen naar het openbare ziekenhuis, maar dat we naar een privékliniek zouden gaan. De happy dokter ging mee en gaf ons een lift.

De privékliniek was dichtbij ons hotel en zag er al stukken beter uit dan het andere ziekenhuis. De vrolijke dokter nam me meteen mee naar een kamer. Er stonden schone bedden en het was er heerlijk koel. Ik werd gewogen en moest een bekertje urine vullen voor onderzoek. De dokter zei dat ik hier moest overnachten.

11063846_10152606257464058_4772393202945501342_n

Op het ziekenhuisbed met een Nicaraguaanse stormtrooper

Even later werd een tweede student ook naar binnen gebracht met symptomen van dengue en later lagen we beide op de ziekenhuisbedden aan het infuus. Medestudenten haalden spullen voor ons uit het hotel en later die middag kwam de rest ook op bezoek. Ik ben zo blij geweest met de hoeveelheid bezoekjes en hoezeer ze voor ons klaar stonden. (Als jullie dit lezen: bedankt!)

Uiteindelijk heb ik drie daagjes in het ziekenhuis gelegen en ik vond het vreselijk. Elke keer werd er weer verteld dat ik weg kon gaan, zodra de infuuszak leeg was, maar elke keer weer werd er een nieuwe opgehangen. We hebben er het beste van proberen te maken, ook al was er geen wifi, uitzicht uit het raam of televisie. Er was wel een geweldig lelijk schilderij van een, ietwat anatomisch incorrect, paard.

Uiteindelijk zijn er vijf mensen in het ziekenhuis geweest, waarvan er twee echt dengue hadden. Ik heb nog altijd geen idee wat ik had. Ondanks de vele velddagen die ik heb moeten missen, zou ik het zo opnieuw doen. Ook al eindig je niet in Meso-Amerika, het Nabije Oosten of waar dan ook: je gaat stage lopen in een heel andere cultuur en dat geeft je zoveel leuke, boeiende ervaringen en herinneringen voor later. En hoe vaak heb je ook de kans om naar zulke gebieden af te reizen?