Dit is mijn derde stageweek bij De Groene Amsterdammer. Ik kan niet anders zeggen dat het fascinerend is om met beide benen en vol overgave in de wereld van de weekbladjournalistiek te stappen. Ik heb natuurlijk wel ervaring met journalistiek schrijven en zelfs redactievergaderingen, maar om elke dag op de redactie te zijn, de sfeer te proeven en ervaren journalisten vragen te kunnen stellen, dat is toch wel heel erg leuk en vooral erg leerzaam.

DGA

Op mijn eerste stagedag was het vooral even wennen. Het was de dag na Pasen, dus op een dinsdag – eindredactiedag. De hoofdredactrice had die dag geen tijd voor uitleg want ze had het ontzettend druk, dus dat gaf mij wat tijd om te wennen. De buitenlandredacteur nam de tijd om me een rondleiding te geven door het prachtige pand in Amsterdam. Daarnaast heb ik nog even goed gekeken naar mijn ideeën voor artikelen en alvast wat ideeën besproken met andere redacteuren. Ik heb geleerd hoe het koffiezetapparaat werkt (een echte Italiaanse!), wat heerlijke koffie zet. Zeer welkom, vooral aangezien mijn eigen koffiezetapparaat al maanden stuk is (curse you, Dolce Gusto!) en ik een vermogen uitgeef aan koffie buitenshuis.

De volgende dag was de eerste redactievergadering. Tijdens een redactievergadering worden doorgaans ideeën en vorderingen besproken en artikelen geëvalueerd. Hoewel ik zelf weinig inbreng bij de redactievergadering is het erg leerzaam om te zien hoe de communicatie tussen redacteuren verloopt. Daarnaast krijg je een goed idee van wat een goed artikel is voor een bepaald blad en een bepaalde doelgroep: welk idee is goed en welke niet? (Weet je nog de tip van Mensje Melchior tijdens de Nacht van de Journalistiek? “Een idee is goed voor een blad als het alleen in dat blad kan en het liefst alleen nu.”)

En weet je wat, ik voel me ook net een klein kind in een snoepwinkel op de redactie. Niet alleen omdat er zulke heerlijke koffie is, maar ook omdat er elke dag allerlei kranten en tijdschriften op de tafel klaarliggen om gelezen te worden. Kranten en tijdschriften waar ik normaal helemaal geen toegang tot zou hebben (je bent een arme student of je bent het niet). Bijvoorbeeld The Economist, International Herald Tribune, en natuurlijk alle Nederlandse kranten en weekendbijlagen. Een van mijn docenten zei gedurende het jaar een paar keer dat als je een goede lead wilde leren schrijven, je The Economist eens moest lezen. Nu kan ik dat eindelijk ook doen!

Na de eerste redactievergadering heb ik mijn artikel ideeën gepitcht aan de hoofdredactrice, waarna we tot een idee zijn gekomen dat ik de komende weken zou gaan uitwerken. De afgelopen tijd ben ik druk bezig geweest met vooronderzoek, het debat in kaart brengen, de statistieken achterhalen, et cetera. Inmiddels ben ik op het punt gekomen dat ik alvast wat dingen ben gaan opschrijven en lijntjes aan het uitzetten ben bij mensen die ik wil spreken. Waar het artikel over gaat? Dat houd ik nog even geheim.