I must be crazy to be in a loony bin like this.
-Mcmurphy; one flew over the cuckoo’s nest

Tegenover mij zit een man van mijn leeftijd, hij is knap en ik lees dat hij een blauwe maandag geneeskunde heeft gestudeerd. Mijn interesse is gewekt (overdracht, tegenoverdracht, hoe noemen we dat ook alweer?) – waarna hij honderduit vertelt over de demonen die hem bezitten en bijna moet huilen omdat één van deze stemmen hem net homo heeft genoemd.

Oftewel, ik ben niet aan het daten geslagen, maar ik ben bij het coschap psychiatrie aangekomen. Dit coschap brengt al voor aanvang een beetje autisme in mezelf naar boven; wat moet ik aan? Normaliter draag ik toch een witte jas, dus loop ik daaronder meestal half in pyjama. Als ik de films moet geloven is een ribfluwelen jasje de dresscode voor psychiaters (en een baard), maar ik houd het op mijn verfijnste coschaptrucje. Ik draag mijn bril en ga voor ‘Casual intelligent’.

Die bril doet echter niets voor me op de acute opname afdeling waar ik ben ingedeeld. Schizofrenie, depressiviteit, manische patiënten, laagbegaafdheid, drugsgebruik en het liefst een charmante cocktail daarvan. Je kan het zo gek (ha-ha) niet bedenken en het zit hier om de acute noodsituatie te overbruggen.  Na dag één ben ik bijna rijp om zelf mijn intrek te nemen.

Op de eerste overdracht worden we vast voorbereid op een opgenomen patiënt die hoedjes van aluminiumfolie draagt om zichzelf tegen straling te beschermen. De nacht ervoor is blijkbaar ook een vrouw opgenomen die haar knaagdieren in brand heeft gezet en we moeten haar maar even met rust laten. Een andere coassistent zucht als een patiënt voor de zoveelste keer terug blijkt te zijn nadat de politie hem naakt van straat heeft geplukt.

Het duurt een paar dagen voordat ik over mijn eerste schrik heen ben. Door met de patiënten in gesprek te gaan leer ik echter hoe ze in deze situatie terecht zijn gekomen. De arts-assistente vraagt me regelmatig hoe ik me hierbij voel, zowel als grapje als serieus. Het went verbazend snel en nu juich ik mee bij elke overwinning van mijn patiënten. Vaak is dat helaas niet het hervatten van bijvoorbeeld een studie geneeskunde, maar we vieren net zo groots een dag zonder woede-uitbarstingen, inname van medicijnen of zelfs een mooie tekening.

Het nadeel van deze afdeling is dat ik afscheid neem van mijn patiënten zodra het wat beter met ze gaat, ze gaan dan in verschillende natrajecten weer hun plekje in de maatschappij opzoeken.

Zoals ik ook ga doen na deze zes weken. Weliswaar niet als psychiater, maar wel met een paar hele waardevolle ervaringen erbij.

Picture-628