Bijzonder traag loopt de docent iedereen langs, de stapel papier in zijn handen wordt steeds kleiner. Ik ben natuurlijk weer als laatste aan de beurt en zit als een ongeduldig kind met m’n voet tegen de tafelpoot aan te tikken. Het oordeel is eigenlijk al lang geveld maar de woorden ‘Here you go’ maken duidelijk dat ik het nu ook mag weten. ‘Oh, thanks’ zeg ik terwijl ik doe alsof ik met heel iets anders bezig was. Ik ben helemaal niet nieuwsgierig hoor… ahum. Snel kijk ik naar beneden… en dan weer strak naar voren. In mijn hoofd wordt ondertussen het verwerkingsproces opgestart.

Kennelijk heb ik het niet goed genoeg gezien want ik voel mijn ogen opnieuw afdwalen. Verbaasd kijk ik voor de tweede keer naar het volgeschreven A-4tje dat voor me ligt. Langzaam volg ik de lijnen van een haastige krabbel boven in de rechterhoek. Half in de wirwar van letters valt een slordige cirkel waar te nemen die aan de bovenkant overgaat in eenzelfde figuur, maar dan kleiner. Een acht! Verbazing maakt plaats voor ongeloof terwijl ik nog maar eens check of het wel mijn naam is, daar op dat papiertje. Nog zeker vijf minuten blijf ik in zelfachtonderschatting hangen voordat er eindelijk een voorzichtig gevoel van blijheid ontstaat. Niet veel later heb ik een gelukzalige grijns op m’n smoel die er de rest van de dag niet meer van af te slaan is. Mijn gedachten zingen keihard: “Ik heb een aaaahacht! Ik heb een aaaa-hacht! Tegelijkertijd schaam ik me een beetje want ik begreep al die tijd veel meer dan ik dacht, mijn zelfkennis kan duidelijk nog wel wat studie-uren gebruiken…