Als je rond scrolt op de Facebookpagina’s van psychologie, zie je behalve mijn berichten over blogs ook veel oproepen om mee te doen aan een leuk onderzoek. Voor mij en veel andere studenten is onderzoek doen in het lab een vast onderdeel van de eindscriptie. Enkele dagen ervoor worden de speren al geslepen en gaan we als heuse jagers op jacht naar proefkonijntjes die rondhupsen voor credits of geld. Toch zit er wel iets meer achter die spammende oproepen.

In het lab zitten is niet altijd een van de leukste fases van de scriptie, maar toch is het verplicht en belangrijk voor de scriptie. De computers zoemen er enthousiast op los en de koffie staat dampend naast de jager om ook die enthousiast te laten zoemen. Het onderzoek wordt vakkundig gepresenteerd in SONA met extra getallen en uitroeptekens vóór de titel zodat het onderzoek bovenaan de zoekresultaten zal verschijnen (werkt dat echt?). Er wordt volop reclame gemaakt via Facebook en door posters over andere posters op te hangen op al overvolle borden in de gangen. Vooral deze geldboom is een geliefd plaatje om onderzoeken echt te doen “opvallen”.

Dat bekende geldboompje

De actieve jagers gaan hardwerkende studenten besluipen en vragen of ze een uurtje tijd hebben om geld te verdienen door mee te doen aan een onderzoek. Iets waar jij als werkende student een gruwelijke hekel aan kunt hebben als je lekker bezig bent en dat op chagrijnige toon duidelijk laat merken. Toch voelt elke verworven deelnemer als een echte overwinning voor de jager, op welke manier dan ook. Die heeft jou gewoon écht nodig. Daarom schakelt de jager soms tijdelijk het schuldgevoel van het studenten lastigvallen uit. De reuk wordt juist aangewakkerd voor het verse bloed van een proefkonijn dat wordt gespot bij een andere jager (het lab aan de overkant) en allicht valt te lokken met meer geld: “heb je misschien nog een halfuurtje over voor mijn onderzoek waarmee je 3,50 kunt verdienen?”.

Voor de meesten duurt dit jachtseizoen zo’n twee weken, vol met koffie, tegenzin en geklooi achter de computer. Toch heeft het lab ook wel weer wat, maar je moet er gewoon zelf iets van maken. Toen ik er samen met wat andere studenten zat (waarvan eentje écht goed was in participanten van de gangen plukken) hebben we ons prima vermaakt. Een Indonesische student had goddelijke zelfgemaakte loempia’s meegenomen en samen met een student uit China hebben we het alfabet op zijn Nederlands geleerd via Sesamstraat. De verbazing bij de letters G en R was te prachtig voor woorden en werd nog leuker toen we de verschillende Nederlandse dialecten gingen beluisteren. Ook pepten we elkaar op met memo’s op het computerscherm, vooral voor de vroege vogels met labshifts om half negen.

vrolijke memo met dat hangende liedje

De afwisseling in gezelligheid, (kinderlijke) gekkigheden en ook serieusheid bij de jacht op proefkonijntjes en dus data voor de scriptie, maakten het lab best leuk en draaglijk. Toch is het verwerven van genoeg proefkonijntjes een kroon op het werk om het jachtseizoen van de scriptie succesvol overleefd te hebben. Dus denk aan de jagers als je weer een oproep op Facebook ziet. Doe mee door te reageren op het verzoek, en help jouw portemonnee en de jager zijn onderzoek.