Diplomatieke bijeenkomsten pakken graag groots uit, en zo ook het G20 Youth Forum waar ik gisteren al over schreef. De openingsceremonie werd vergezeld door een complete fanfare, maar het meest indrukwekkende was wel de serie speeches die werd gehouden door studenten en professors die de wereld op zijn kop hadden gezet. Een NGO oprichten op je 9e, die zeven jaar later in vrijwel ieder land ter wereld actief is? Het kan. Er persoonlijk voor zorgen dat niet 20% maar 80% van Canada’s asielaanvragen wordt gehonoreerd? Het is gedaan.
Voor de galafoto moesten mannen en vrouwen gescheiden staan. Raar idee, maar het kleureneffect is mooi.
Het was een bemoedigende maar ook enigszins deprimerende gedachte waar we het forum mee begonnen. Wat heb ik zelf met mijn leven gedaan tot nu toe? En wat zouden wij kunnen bereiken deze week?
Op die eerste dag deed je functie, land en committee er nog niet toe. De middag was gewijd aan ‘Joint Sessions’, sessies waarin je met acht willekeurige mensen in een groepje een paar uur over een onderwerp gaat discussiëren en aanbevelingen verzamelt voor de echte G20. Mijn roundtable, in de sessie Global Migration Issues, was erg interessant: wij hadden mensenhandel als onderwerp gekozen. Het was wel jammer dat we van tevoren niet wisten wat ons onderwerp was, dan hadden we beter voorbereid aan het gesprek kunnen zitten. Ik stond er alsnog versteld van hoeveel we allemaal samen eigenlijk over dit onderwerp weten. We leverden een twintigtal aanbevelingen in, tegen de wil van de voorzitter van de sessie, die om vijf aanbevelingen had gevraagd. Maar ja, er is zo veel mis in de wereld op dit gebied, er moet zó ontzettend veel veranderen…
De volgende dag was gewijd aan de bijeenkomsten van de committees. Dit was een vrij realistische simulatie, in de zin dat wij van 9 uur ’s ochtends tot 8 uur ’s avonds zaten te discussiëren. Gelukkig hadden we lunch in een ander gebouw, dus hebben we nog in de verte een besneeuwde bergtop kunnen zien. In deze sessies ontstond een rare situatie. Er waren twee Australiërs, twee Amerikanen, een Britse, een Canadese en twee Zuid-Afrikanen. Dat waren dus allemaal mensen met Engels als moedertaal. De rest kwam uit Italië, Japan, Zuid-Korea, China, Indonesië, Mexico, Saoedi-Arabië, en Nederland natuurlijk (Rozetta en ik). Dat waren degenen die andere talen spraken. Het gat tussen de twee was enorm: sommige niet-Engelstaligen heb ik niet gehoord tijdens de conferentie. Gewoon helemaal niet. Het is ook niet bepaald bemoedigend als de halve delegatie begint te lachen omdat iemand ‘vague’ zegt maar dit door haar accent als ‘fake’ klinkt. Ik heb helaas het idee dat het grootste deel van de beslissingen zijn gemaakt door degenen met het beste Engels (Nederland heeft gelukkig heel wat puntjes kunnen toevoegen, hoi hoi hoi). Gelukkig gebruikt de echte G20 tolken.
Ongelooflijk genoeg was het de volgende dag alweer tijd voor de slotceremonie, waarbij onze resultaten werden gepresenteerd. Het committee over belasting had ons onderwerp een beetje gekaapt, waardoor er nu héél veel aanbevelingen naar de G20 gaan omtrent onderwijs. Ik hoop dat de G20 de link nog kan leggen, en ze ook echt kan gebruiken. Dat vond ik bij de Model United Nations altijd een beetje twijfelachtig. In ieder geval heeft de organisatie ons ervan verzekerd dat de resultaten niet alleen naar de G20 zijn gestuurd, maar ook naar het IMF, de World Bank, de OECD en de VN. Eens kijken of we de wereld hebben veranderd.