Er is leven na de studie. De meeste geschiedenisstudenten zaaien uit over de arbeidsmarkt, van journalistiek tot IT. Maar sommigen kunnen geen afscheid nemen van de academische wereld en gaan promoveren. Of zoals meestal wordt genoemd: ze gaan ‘een PhD doen’. Ik interviewde PhD-studenten Stefan Penders en Marlisa den Hartog over wat hun werk inhoudt.
Wat onderzoeken jullie?
Stefan: Ik zit in het vierde jaar van mijn PhD en doe onderzoek naar keizerlijke ideologie in Romeins Noord-Afrika. Daar kijk ik hoe bepaalde Romeinse deugden die vaak met de keizer geassocieerd worden terugkomen in inscripties.
Marlisa: Ik ben in januari begonnen en doe onderzoek naar seksualiteit in Italië tijdens de Renaissance. Ik onderzoek de opvattingen over seksuele identiteit en seksueel verlangen aan de hand van onder andere ridderromans, pornografie en medische teksten.
Wat houdt een PhD in?
Stefan: Een PhD houdt in principe in dat je vier jaar full-time onderzoek doet en dan aan het eind je proefschrift afhebt. Ik werk vier dagen per week en doe daarom een jaar langer over mijn onderzoek. Daarnaast geef ik les aan bachelorstudenten. Dit semester heb ik voor het eerst zelf een werkgroep ingericht over mijn eigen onderzoeksonderwerp. Ik voel me eindelijk de expert!
Marlisa: Ik doe ook vijf jaar over mijn PhD en ben aangenomen om naast mijn onderzoek twee keer een half jaar college te geven. 20% van mijn werktijd is bestemd voor onderwijs geven of krijgen. Onderwijs krijgen houdt bijvoorbeeld in dat ik een cursus volg om mijn Latijn bij te spijkeren. Ik ben pas in januari begonnen, dus ik heb nog geen les gegeven.
Wat is het belang van jullie onderzoek?
Marlisa: Seksuele identiteit is een heel actueel onderwerp, kijk maar naar de genderneutrale aanspreekvormen die nu ingevoerd worden. Mijn onderzoek biedt de mogelijkheid om op onze huidige normen en waarden te reflecteren. Hoe normaal is het om op een bepaalde manier met seksuele identiteit om te gaan? Mijn onderzoek naar Italië ten tijde van de Renaissance houdt ons een spiegel voor.
Stefan: Mijn onderzoek is van belang voor de vraag ‘welke elementen houden een rijk bij elkaar’? Het inzicht hierin geeft ons een breder begrip van de geschiedenis. We kunnen hier ook lessen uit trekken, bijvoorbeeld voor de Europese Unie. Misschien dat ik aan het eind van mijn stage Juncker een open brief met aanbevelingen moet sturen!
Jullie hebben allebei gekozen voor een vierdaagse werkweek en een PhD van vijf jaar. Waarom?
Stefan: Ik wilde naast mijn onderzoek nog iets anders kunnen doen. Het is niet zeker dat ik in de academische wereld verder ga en ik wilde mijn CV verder uitbouwen met andere werkzaamheden. Ik doe nu freelance redactiewerk, vooral voor de culturele sector en in de IT. Dat laatste lijkt ver van mijn bed, maar het blijven teksten. Hiernaast vind ik het belangrijk om de wetenschappelijke kennis te verbreden buiten de academische ivoren toren. Daarom ben ik ook vrijwillig communicatiemedewerker bij de Romeinenweek, een landelijk erfgoedevent dat iedere meivakantie een week lang met allerlei partners aandacht vraagt voor Romeins erfgoed in Nederland.
Marlisa: Ik werkte hiervoor al vier dagen per week en ik vind drie dagen vrij per week wel prettig! Bovendien geldt voor mij ook dat ik de mogelijkheid wil hebben om iets ernaast te doen. Zo ben ik bijvoorbeeld bezig met het opzetten van het Leiden Medievalists Blog, dat aanstaande vrijdag online komt. In deze blog maken onderzoekers van verschillende disciplines hun onderzoek naar de middeleeuwen toegankelijk voor een breder publiek. Die periode is ten slotte interessant voor iedereen!
Hoe ziet je gemiddelde dag eruit?
Marlisa: De gemiddelde dag bestaat eigenlijk niet. Mijn onderzoek verloopt in verschillende periodes, waarin ik met andere dingen bezig ben. Ik werk van bron naar bron. Dat doe ik door eerst ongeveer twee weken de bron uit te pluizen, dan een week de verkregen informatie te ordenen en vervolgens twee weken secundaire literatuur te zoeken en te lezen. Hierna ga ik nog vaak heen en weer tussen de bron en de literatuur en ben ik nog een maand bezig met schrijven.
Stefan: Ook ik werk in stadia. In het begin van mijn PhD heb ik veel data verzameld en in een database gestopt. Nu moet ik het allemaal analyseren en opschrijven. Je hebt veel vrijheid om je tijd zelf in te delen, zeker als je net als ik een eigen project hebt. Wanneer je onderdeel bent van een groter project is dat iets minder. Naast mijn onderzoek kost onderwijs voorbereiden ook veel tijd in de periodes vlak voordat een semester begint of als je essays moet nakijken.
Is een PhD een roeping of een baan?
Marlisa: Beide. Het is een baan, want het levert geld op en je moet aan bepaalde afspraken en verwachtingen voldoen. Maar je hebt ook passie voor je onderzoek nodig. Je hebt heel veel vrijheid. Als je aangenomen wordt, zeggen ze eigenlijk: “Je hebt vijf jaar, ga een boek schrijven!” Verder zoek je het maar uit. Je hebt passie voor je onderzoek nodig om je te midden van die vrijheid gemotiveerd te houden.
Stefan: Je hebt zeker passie nodig, maar je bént niet je onderzoek. Je moet ook oppassen voor te veel passie. Omdat het je eigen project is, hebben PhD-studenten soms de neiging om meer uren te maken dan waarvoor ze zijn aangenomen. Het project is helemaal jouw verantwoordelijkheid en het is soms moeilijk om dan je handen er tijdelijk vanaf te trekken. Maar zoals een wijs persoon mij eens zei: een PhD is geen sprint, het is een marathon. Het heeft dus geen zin om je kapot te lopen op de eerste kilometers.
Wat zijn jullie toekomstplannen?
Stefan: Mijn toekomstplan is nu eerst mijn PhD afmaken!
Marlisa: Ik hoop door te kunnen in de academische wereld en heb eigenlijk nog geen plan B. Ik zou op projectbasis bij onderzoeksinstituten aan de slag kunnen gaan, maar dat is een onzeker bestaan.
Waar staat ‘PhD’ eigenlijk voor?
Marlisa: Geen idee! Is het niet Latijn?
Stefan: Hmm, philo… philo.. nog iets? Philosophum doctum?
Marlisa: Philosophiae doctor! Komt die cursus Latijn direct van pas!