Voordat ik aan mijn opleiding geschiedenis kon beginnen moest ik een propedeuse halen op het HBO. Dat voelde niet als straf maar als zegen, want dit was een kans om nog even warm te draaien voor de universiteit en ik ben blij dat het zo gelopen is. De universiteit verschilt namelijk niet alleen in niveau, maar zeker ook in de aanpak van het onderwijs. Ik vertel jullie over mijn overgang van HBO naar WO.
Mijn jaar op het HBO
Op het HBO volgde ik de lerarenopleiding voor geschiedenis, een interessante mix van geschiedenis en adolescentiepsychologie. Misschien was het toeval, misschien lag het aan de specifieke opleiding maar mijn werkgroepgenoten werkten niet heel hard. Ik wist dat ik elke studiepunt nodig had om door te kunnen stromen en werkte hard genoeg om verzekerd te zijn van een voldoende. Vol goede moed werkte ik van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat, waarbij er regelmatig bekende docenten langsliepen om me even op mijn rug te kloppen of te vragen of ik hulp nodig had.
Een specifiek kenmerk van de lerarenopleiding is dat vrijwel al je leraren geweldig zijn. Ze geven immers les over hoe je zelf een geweldige leraar wordt. De docenten op de universiteit hebben waarschijnlijk ook gestudeerd om les te mogen geven, en er vaak ook de nodige passie voor. Toch zijn ze in eerste plaats onderzoeker, om onderzoek te kunnen doen aan de universiteit geven ze les aan de onderzoekers in spé, de studenten. De een zal je mindmaps laten maken en studietactieken met je bespreken, maar er zijn er ook veel bij die minimale didactische fratsen uithalen en verwachten dat je het met een klein duwtje in de rug zelf wel uitvindt. Op de universiteit word van je verwacht dat je het zonder hulp kan. Als je echter hulp nodig hebt is die wel te krijgen.
Te hard werken zonder resultaat
Toen ik mijn propedeuse had gehaald was ik blij met mijn resultaten, ik zag mijn geleverde werk terug in mijn cijfers. In mijn ervaring kon je op het HBO zelfs met een middelmatige input toch een mooie cijferlijst verwachten. Op de universiteit ging dit anders. Na mijn eerste semester en bijbehorende tentamens merkte ik dat je een stuk harder je best moet doen als je een hoog cijfer wil dan op het HBO. De hoeveelheid stof die word getoetst is groter, de docenten kritischer en tijd voor herstel (lees: vakanties) is minimaal.
Met hangende schouders meldde ik me bij mijn studiecoördinator, ik had namelijk een vijf gehaald. De man drukte me op het hart dat de universiteit nou eenmaal moeilijk was, en dat ik wat harder moest werken. In de maanden daarna werkte ik harder, sliep ik minder en bracht meer tijd door in de bibliotheek dan thuis. Dit strenge regime had geen grote invloed op mijn cijfers, ik bleef bij de middenmoot hangen qua resultaten. Wel was ik een stuk ongelukkig ten tijde van de vijf.
Wat er mis ging was dat ik geen plezier meer had in mijn studie, omdat ik er geen voldoening meer uithaalde. Het HBO motiveerde mij door mijn juichende docenten, hoge cijfers en het gevoel tot de besten van het jaar te behoren. Op de universiteit viel dat weg en moest ik andere zaken zoeken die me motiveerden.
Mijn tips voor toekomstige WO studenten
Ik geniet nu van gesprekken met mijn studiegenoten, dunne man-jongens die je alles kunnen vertellen over de Bataafse Republiek, en hoogleraren die tijdens een hoorcollege afdwalen in hun overvolle brein. (‘Waar hadden we het ook alweer over?’). Soms ben ik trots op mijn resultaten, een acht is nu een prachtige overwinning in plaats van een net-geen-negen. Als ik tijdens een ernstig gesprek over politiek een duit in het zakje kan doen ben ik blij, want ik weet dat ik dat inzicht aan de universiteit te danken heb.
Als je zelf van het HBO komt blijf dan goed in de gaten houden dat je je bewust bent van de verandering. Straf jezelf niet af als je resultaten omlaag gaan. Bespreek met je studiecoördinator en docenten waar dit door komt en hoe jouw strategie moet veranderen. Kijk ook bij de workshops over studievaardigheid en raadpleeg deze website voor tips en informatie over studeren.
Tot slot wil ik je van harte feliciteren. Je hebt het toch maar mooi geschopt tot de hoogste vorm van onderwijs in Nederland. Zelfs als je vanaf nu nooit meer boven de zeven uitkomt, mag je jezelf nog steeds een schouderklopje geven. Goed gedaan!