Wat ga ik na mijn bachelor doen? Het is een vraag die vele studenten bezighoudt. Waar de ene student het misschien voor gezien houdt na de bachelor, gaat de andere een tijdje gaan werken om wat bij te verdienen (en ervaring op te doen, want: CV boost!). Studeren is immers al duur genoeg… Ikzelf was een van de velen die besloot om in plaats van direct te starten met de master, eerst wat bestuurlijke ervaring op te doen binnen mijn studievereniging (L.P.S.V. „Aesculapius”) als secretaris. Een leuk, leerzaam en veelbewogen jaar. Ondertussen ben ik alweer zo’n halfjaar aan het studeren; viel de overgang van besturen naar studeren tegen, en wat ik ervan geleerd? In dit blog vertel ik jullie hier meer over.
Je academische vaardigheden verlies je niet zomaar
Toegegeven: toen ik in september een wetenschappelijk artikel probeerde te doorgronden, viel dat vies tegen. Het was meer dan een jaar geleden sinds ik me bezig had gehouden met wetenschappelijke literatuur. Ik was dan ook bang dat het lastig zou zijn iets op papier te zetten voor mijn opdracht: het schrijven van een proposal. Hoewel ik tijdens mijn bestuursjaar regelmatig een (wetenschappelijke) lezing bijwoonde, was dit net iets andere koek. Echter, na het lezen van een paar artikelen zat ik er weer helemaal in; het viel dus allemaal wel mee. Moraal van het verhaal: ook al ben je een jaar met totaal andere dingen bezig, je hoeft er niet bang voor te zijn om de vaardigheden die je tijdens je studie hebt opgedaan te verliezen.
Het is hard werken in beide gevallen
In november begon in met mijn masterstage bij een onderzoeksafdeling op het LUMC. Veertig uur per week op het lab, en dat voor een halfjaar…Gevolgd door, jawel: mijn literatuurscriptie. ‘Dat moet zeker wel pittig zijn’, hoorde ik vaak. Ondertussen ben ik klaar met mijn stage en bijna (yes!) met mijn scriptie. Ik vond het allemaal ontzettend meevallen; de dagen gingen juist heel snel voorbij! Tijdens mijn bestuursjaar was ik immers al gewend lange dagen te maken. Wanneer ik geen afspraken had, zat ik van negen tot vijf uur te werken op onze bestuurskamer. In dat opzicht lijkt stage lopen (en het schrijven van een scriptie) dus wel een beetje op het doen van een bestuursjaar!
Het is druk, maar op een andere manier
In mijn bestuursjaar vloog ik van hot naar her: afspraak hier, activiteit daar… Het maakte niet uit of het ’s ochtends, ’s avonds of in het weekend was. Ik was in de veronderstelling dat ik tijdens mijn master weer wel wat meer vrije tijd zou krijgen. Niets bleek minder waar. Het tempo ligt veel hoger dan tijdens de bachelor, met als gevolg dat je vaak ’s avonds of in het weekend toch nog wat moet doen. Met het beginnen van mijn stage was mijn vrije tijd (overdag) zo goed als voorbij. Het voordeel is wel dat de avonden en weekenden weer echt ‘van jou’ zijn; geen tentamens of deadlines! Heerlijk!
Sociaal leven? Wat?
Tijdens mijn bestuursjaar hoefde ik niet bang te zijn voor een gebrek aan sociaal leven: feestjes en borrels in overvloed. Verder was het merendeel van mijn vrienden actief bij dezelfde studievereniging, dus dat scheelde enorm. Aan sociaal contact kwam ik dus niets tekort. Toen ik aan mijn master begon, werd dat anders. In plaats van verder te gaan met de master Bio-Pharmaceutical Sciences, koos ik voor Biomedical Sciences. Waar ik eerst nog iedereen kende in de collegezaal, zag ik ineens allemaal nieuwe gezichten… Dat was even omschakelen! Gelukkig zaten veel studenten in hetzelfde schuitje, waardoor de situatie snel veranderde. Toen ik met mijn stage begon in november, was de tijd van gezellige onderonsjes tijdens college en vrije middagen op het terras helaas ook voorbij. Gelukkig zitten mijn meeste vrienden in hetzelfde schuitje en plannen we nu wat meer in de avonden en weekenden, zodat we elkaar nog steeds zo vaak blijven zien als ‘vroeger’!
Mijn conclusie
Hoewel ik in de veronderstelling was dat de overgang van besturen naar studeren erg tegen zou vallen, viel dit allemaal reuze mee! In sommige opzichten hielp mijn bestuursjaar me zelfs om weer verder te gaan met studeren. Tuurlijk viel het in eerste instantie tegen om tijdens mijn stageperiode mijn vrienden een stuk minder te zien dan het jaar daarvoor. Maar als je je vervolgens bedenkt dat iedereen in hetzelfde schuitje zit en je ‘later’ hetzelfde probleem hebt (werken!), is alles maar relatief.
Hoe heb jij de overgang van je tussenjaar naar weer studeren ervaren?