Het is zondagavond, kwart over zes. Mijn reis naar het Leidse is weer begonnen. Immers begint het academisch jaar weer bijna! Nog een kleine vier uur voordat ik weer thuis ben. ‘Huh? Waar kom jij vandaan dan?’ hoor ik vaak. Ik snap de reactie wel. Zelfs als je uit Friesland of ‘het buitenland’ (a.k.a. België) komt weegt de reistijd niet op tegen die van Zeeuws-Vlamingen. Tsja, je moet er iets voor over hebben toch? Ondertussen ga ik mijn zesde jaar in (zucht, time flies). Nu het academisch jaar weer bijna begonnen is, leek het me een mooi moment om terug te blikken; het verhuizen van een uithoek naar de Randstad. Speciaal voor alle studenten die ook uit een ‘uithoek’ komen!
Wonen in een uithoek
Wanneer je aan een uithoek in Nederland denkt, denk je waarschijnlijk aan Friesland, Groningen of Zuid-Limburg. Niet aan Zeeuws-Vlaanderen. Maar ik spreek uit persoonlijke ervaring als ik zeg dat Zeeuws-Vlaanderen toch wel met stip op één komt. ‘Maar… hoort dit niet bij België?’ Nee, het is het onderste deel van Zeeland wat grenst aan België (voor de duidelijkheid: het is dus ook geen eiland). Maak je geen zorgen, het is een veelgemaakte fout. Zo gingen de ANWB en de Efteling je al voor. Deze regio was tot 2003 vanuit de rest van Nederland uitsluitend via veerdiensten bereikbaar. Of je moest omrijden via Antwerpen. Dat laatste doet mijn familie trouwens nog steeds, want geloof het of niet: het is de snelste (en goedkoopste) manier om in het Leidse te komen. In een trein had ik voor mijn studententijd nog nooit gezeten. Een tram? Een metro? Geen idee. Het dichtstbijzijnde treinstation ligt op drie kwartier rijden met de auto. Maar gelukkig is er wél internet 😊
Verhuizen van een uithoek naar de Randstad
Ik herinner me mijn eerste dagen in Leiden nog goed. Alles binnen handbereik, dat had ik nog nooit meegemaakt. Waar je allemaal naar toe kan binnen één uur! Den Haag, Delft, Amsterdam, Utrecht… steden waar ik voorheen nog nooit was geweest waren nu binnen één jaar al enkele keren bezocht. Geen zorgen: ik ging heus wel eens de deur uit (vaak genoeg), maar steden als Sint-Niklaas, Antwerpen, Brugge en Gent waren dan toch iets dichterbij huis. En ja, als je op een kwartier van de grens woont dan is het niet zo gek dat je ook van Belgische biertjes houdt!
Wa zee de? (wat zei je?)
Het zal je niet verbazen dat wanneer je bent opgegroeid in een grensgebied, je ook een bepaald accent hebt dat doet denken aan de taal die in het buurland gesproken wordt. Dus ja, ook mijn accent bleek een dingetje te zijn toen ik naar het Leidse verhuisde. Ik kwam er al snel achter dat dingen als ‘de tafel aanzetten’ (= de tafel dekken), ‘door gaan’ (= weggaan) en ‘om boodschappen gaan’ (= boodschappen doen) geen Nederlandse termen waren. Ook kwam ik erachter dat er stiekem toch wel erg veel Vlaamse woorden opgenomen waren in het dialect waarmee ik ben opgegroeid. Moeite om Vlamingen te verstaan heb ik dus niet, ondanks dat er van mijn accent niets meer over is. Sterker nog, nu (na vijf jaar) lacht mijn familie om ‘mijn beschaafde Nederlands’. Toch komt er af en toe nog wel eens een Zeeuws woordje naar boven. Een dialect moet je immers in ere houden.
Holland versus Zeeland #help
Iets waar ik toen ik was verhuisd ook aan moest wennen, was de ‘Hollandse directheid’. Dat was even slikken in het begin. Misschien heeft dat toch weer iets te maken met die Vlaamse invloeden? Vlamingen staan namelijk niet per se bekend om hun directheid. Maar ach, zo heeft iedere provincie (of regio) weer haar eigen kenmerken; zo werd ik op mijn stageplek vaak ‘de nuchtere Zeeuw’ genoemd. Een van mijn beste vriendinnen is ook een Zeeuw, en we lachen er vaak om.
Waarom verhuizen?
Na deze introductie over wonen in een uithoek verbaast het je misschien niet dat ik naar Leiden wilde verhuizen. Maar: waarom zo ver weg? Ten eerste maakt het niet veel uit waar je nu gaat studeren, want de reistijd blijft lang. Studeren in België trok me niet zo vanwege de (onderwijs)cultuur en grote steden als Amsterdam en Rotterdam waren mij te massaal. Leiden zag ik echter al snel als een groot dorp. Iedereen kent elkaar en er heerst een gemoedelijkheid die ik van thuis herken. Of je nu naar het USC, de supermarkt of het station gaat: je komt altijd wel een bekende tegen.
Waardering krijgen voor wonen in een uithoek
Waar ik tijdens mijn middelbare schooltijd ervan droomde om zo snel mogelijk te vertrekken, heb ik in de loop der jaren steeds meer waardering gekregen voor dit stukje Nederland. Wie had gedacht dat ik ook zou kunnen genieten van het uitgestrekte landschap? Nu ik in de Randstad woon doe ik dat dus. Ik heb nog nooit zoveel gebouwen op één vierkante kilometer gezien. Het strand hoef ik gelukkig niet te missen, maar er gaat niets boven de schoonheid van de Zeeuwse kust. Daarnaast zijn de (speciaal)bieren over het algemeen goedkoper, heeft het hebben van een dialect wel zijn charmes en is het heerlijk rustig. Plus: je zit zo in ‘het buitenland’. Maar eerlijk is eerlijk: ondanks dat ik trotser ben dan ooit een echte Zeeuw te zijn, zou ik het Leidse niet meer willen verruilen.
Kom jij ook uit een ‘uithoek’ van Nederland? En hoe heb jij het verhuizen naar de Randstad ervaren?