Het grootste deel van onze Master bestaat uit stage lopen. Er zijn twee grote onderzoeksprojecten die je moet voltooien, Junior Research Project 1 en 2. Ik ben in september begonnen met JRP1, en ik vertel graag over hoe ik het tot nu toe vind!

Al eerder schreef ik over mijn bachelorstage. Dat was voor mij een belangrijk moment met het beslissen of ik onderzoek doen wel leuk vind. Toen dat enthousiasme er toch wel degelijk bleek te zijn, heb ik besloten om verder te gaan met onderzoek in mijn studie, maar vooralsnog denk ik niet dat ik na mijn studie erg snel in het biomedische onderzoek terecht zal komen (binnenkort een blog over “Later als ik groot ben”!). Voor mijn eerste masterstage heb ik gekozen voor een project waarbij geen labwerk is. Ik vind statistiek en bioinformatica erg interessant en vond dit een mooie gelegenheid om te kijken of dit type onderzoek bij mijn interesses aansluit. Bijkomend voordeel is dat ik het parttime kan doen (er zitten geen muizen/cellen/andere levende dingen op mij te wachten die anders doodgaan), wat na een hectische periode heel erg fijn is.

Opstarten met koffie

7:30 De wekker gaat. Ik brom inwendig. Ik word altijd wakker met het gezellige geluid van de radio, maar dat weerhoudt me er niet van om toch een keer op de snooze-knop te rammen. Die negen minuutjes maken net het verschil, en ik word langzaam wakker. De tijd is weer aangebroken dat ik in het donker wakker word, en dat maakt opstaan niet makkelijker. Daarom neem ik ’s ochtends altijd de tijd. Laat me haasten in de ochtend en ik ben gegarandeerd chagrijnig. Ik laat de radio gezellig aan staan, trek wat warms aan (in het LUMC is het bijna standaard koud, zeker voor een koukleum als ikzelf), poets m’n tanden en maak ontbijt. Mijn lunch raap ik bij elkaar (boterhammen als ik pech heb, een restje eten van gisteravond als ik geluk heb), gooi het in mijn tas en haast naar m’n fiets.

9:00 Fiets staat in de stalling en ik bereik het kantoortje waar ik een bureau en een computer heb. Nog voor ik mijn computer opstart, ren ik naar de koffieautomaat. Ik heb sinds kort ontdekt dat er precies twee kopjes koffie in mijn mok passen. Wel echt net aan, dus ik moet voorzichtig lopen en oppassen als ik de hoek om draaf. Een bureau en computer is op deze afdeling een luxe als student. Omdat ik epidemiologisch/bioinformatisch onderzoek doe en ik dus alle analyses op de computer moet doen en geen labwerk doe, heb ik een bureau toegezegd gekregen.

Artikelen lezen en koffie drinnken op stage

Stage lopen is fouten maken

11:00 Mijn dagen bestaan vooralsnog vooral uit lezen, lezen, lezen. Ik heb ook weinig ervaring met bioinformatische analyses, dus ook daar lees ik veel over en krijg ik hulp bij van mijn begeleider. Mijn kamergenoten, een mengelmoesje van Nederlandse en buitenlandse collega’s, hebben over muizen die geopereerd moeten worden en MRI scans die ingepland moeten worden. Ondertussen zoek ik naar genetische varianten in de substantiële hoeveelheid literatuur die er bekend is over het gen waar ik onderzoek naar doe. Dat contrast is best grappig, en leuk dat dat allemaal binnen dezelfde afdeling valt.

13:00 Door het gebrek aan labwerk (want voor dat die ene test moet je even wat halen op een hele andere verdieping of afdeling, en je hebt tien wachtstappen waardoor je af en aan loopt van en naar het lab) loop je wel wat minder op een dag. Dat is wel een beetje wennen. Dan maar af en toe een rondje lopen, en een toilet of koffieautomaat verder nemen. Dan ben je daarna weer fris en fruitig om achter die computer te kruipen.

Loesje "Leren doe je met vallen en opstaan, waarom moet ik er dan altijd bij zitten?"


15:00 Ik vind het mooi voor vandaag. Als wat je leest niet meer aankomt, heeft het ook geen zin om te blijven hangen. Morgen ga ik een verder plan van aanpak maken met mijn begeleider. We hadden oorspronkelijk iets geprobeerd en in gedachten, maar dat bleek niet zo uit te pakken als we hadden gedacht en gehoopt. Mijn begeleider, die van oorsprong experimenteel onderzoeker is, doet inmiddels al tien jaar genetisch epidemiologisch onderzoek. Hij benadrukt maar weer dat ook dit soort onderzoek kan “falen”, net zoals een experiment soms kan mislukken (of tien keer mislukt). Dat hoort bij onderzoek doen. Welk onderzoek je ook doet. Maar ook van die fouten leer je. Ook dat drukt hij me op het hart.

Ik ben pas net begonnen, maar ik heb vertrouwen op een leuke en leerzame stage. Als ik klaar ben (in april) zal ik nogmaals over mijn masterstage bloggen en jullie vertellen hoe het me is vergaan!

Wat zijn jouw ervaringen met een stage?