Als je eenmaal één plant hebt zien opbloeien en groeien terwijl jij eindverantwoordelijke bent, dan geeft dat honger naar meer, meer plantjes. Ik zit inmiddels tussen zo’n 50 potjes met plantjes, en in dit blog deel ik tips & tricks om van jouw kamer geen plantenkerkhof te maken, maar een heuse urban jungle!

Toen ik pas op mezelf woonde, kreeg ik twee plantjes van mijn tante. Een makkelijke plant, de graslelie, zo ontdekte ik later. Ik vernoemde ze liefkozend naar mijn oom en tante (zelfs mijn huisgenoot weet over wie ik het heb als ik zeg dat Sip en Siem dorst hebben), en nog altijd staan deze planten te shinen.

Het leuke aan de graslelie: het is een hele dankbare plant die niet veel vraagt, maar wel veel geeft. Als de plant namelijk een beetje krap staat, en je hem liefdevol verwaarloost, geeft hij bossen met kleine miniplantjes! Daar kun je dus al beginnen met je eigen jungle creëren. Of je probeert je vrienden aan te steken met het plantenvirus. Dat is wat ik doe. Zelfs vrienden die eigenlijk niets met planten hebben, laten me trots hun stekje zien en dat hij nog steeds leeft. Misschien dat zij nooit een urban jungle zullen hebben, maar het spreekwoordelijke zaadje is in ieder geval geplant!


Eén moederplant van de graslelie geeft je weer een hoop nieuwe stekjes om nieuwe planten van te maken

Planten geven je rust, hoop en energie. Ik doe altijd een vreugdedansje als een klein stekje heeft besloten om volop te groeien onder mijn aandacht, of als een nieuwe plant het blijkbaar goed doet onder de omstandigheden waarin ik hem heb gebracht. In het begin gaf ik al mijn planten bijnamen, maar toen ik de tel al kwijtraakte, ben ik ook met de benamingen gestopt. Nu houd ik het bij de Latijnse of Nederlandse naam, in de hoop dat iedereen dan weet wat ik bedoel (Vaak niet. Dan is het “Ja, die op mijn kast staat” of “Die ene met die mooie tekeningen op het blad”).

Begin jouw urban jungle

Heb je dan echt groene vingers nodig voor een beetje groen in je kamer? Ik denk het niet. Sip en Siem begonnen met het produceren van stekjes en bij wijze van experiment stak ik er één in een glas water. Na twee dagen zaten er al flinke wortels aan. Ik verhuisde het stekje naar een potje met aarde en het stekje groeide gestaag. Eigenlijk alleen bij wijze van experiment, op goed gevoel en met een flinke dosis enthousiasme (enthousiast ben ik gauw over dingen). Dat is in essentie ook genoeg! Zeker met onderstaande makkelijke planten.


Van links naar rechts: ficus elastica (rubberboom), maranta leuconeura (tiengebodenplant) en pilea peperomioides (pannekoekenplant)

Graslelie of Chlorophytum Comosum

Kan eigenlijk overal staan. Bladeren worden vaal als hij water nodig heeft (flinke slok), maar vergeeft het je ook als je ‘m een keer vergeet. Toont zijn dankbaarheid door het produceren van kleine stekjes, die je eraan kan laten zitten ter decoratie, of eraf kan halen en een eigen potje kan geven! Leuk als cadeautje, maar ook om zelf te houden en zo je urban jungle te creëren.

Goudrank of Scindapsus of Pothos of Epipremnum Aureum

Heeft vele namen en is een erg makkelijke plant. Heeft dikke bladeren, waardoor hij wel eventjes zonder water kan. Staat graag licht, niet in volle zon. Heel makkelijk te stekken door een stuk af te knippen en in water te zetten. Aan de kleine bobbeltjes op de steel komen wortels.

Links mijn mooie vintage kast met een heleboel plantjes erin, en rechts een pannekoekenbaby die hard zijn best doet om te overleven (ik heb ‘m iets te prematuur weggenomen bij Joop)

Vrouwentong of Sanseveria

Makkelijkste plant ever. Geen omkijken naar, en kan zelfs in het donkerste hoekje van je kamer staan. Af en toe een slokje water en hij is tevreden. Soms vergeet je zelfs dat hij er is, maar hij zuivert ondertussen wel de lucht in je kamer. Chill!

ZZ-plant of Zamioculcas zamiifolia

Indrukwekkende plant met cactusachtig gedrag, perfect voor een easy care urban jungle. Niet te veel water geven dus! Deze ook te stekken door een stengel af te snijden/knippen en op water te zetten. De ontwikkeling van wortels en knolletjes is erg indrukwekkend om te zien – staat in een mooie vaas ook prachtig!

Pannekoekenplant Joop

Pannekoekenplant of Pilea Peperomioides

Dit ouderwetse plantje heeft iedere plantenliefhebber in het bezit. Ik word maar geen dikke vrienden met meneer Pannekoek (ik noem ‘m Joop), maar hij zou met een slokje water per week zo tevreden moeten zijn dat hij met enige regelmaat een baby produceert. Die kun je ook weer een eigen potje geven en zo de grote wijde wereld in sturen.

Een rijtje cactussen in mijn zonnige raam. Rechts is drakenfruit, of hylocereus undatus

Cactussen

De ultieme easy care-plant is de cactus, zou je zeggen. Veel zon, en af en toe een nipje water, en dan genieten van die eeuwige stekeligheid: het klinkt simpel. Zo eenvoudig ligt het voor mij niet; ik weet cactussen te verzuipen en omdat ze zo traag groeien, kijk ik er gewoon niet heel graag naar.

Planten in kannen en kruiken

Leuke bijkomstigheid van al die plantjes: het verzamelen van potjes! Ik haal ze overal vandaan, en de kunst is om ze zo goedkoop mogelijk te scoren. Kringlopen, uitverkoop bij tuincentra, woonwinkels en vaasjes, theekopjes, kaarsenpotjes: alles is in mijn ogen een bloempot. Geef ze een likje verf (dezelfde voor een neutrale uitstraling, of leef je helemaal uit!) en klaar ben je. De goedkoopste optie is overigens terracotta, die haal je bij bijna alle tuincentra (en onder andere Dille & Kamille). Let dan wel op dat dit poreuze potjes zijn en je dus meer water moet geven! Ik weet van mezelf dat ik te veel liefde (a.k.a. water) wil geven, dus voor mij is dat geen probleem. Jouw urban jungle kun je vandaag beginnen!

tussen de plantjes...
Water geven is voor mij inmiddels al een flink klusje geworden…

Ik hoop dat ik je heb weten te overtuigen dat dat helemaal niet moeilijk hoeft te zijn om tussen een beetje groen te wonen! En mocht je het toch niet helemaal zien zitten, kun je altijd nog mooie planten bewonderen in de Hortus Botanicus in Leiden (voor Leidse studenten gratis!).

Heb jij veel plantjes op je kamer? Wat is je favoriet?