Waarschuwing voor mezelf en voor jou: dit wordt een vrij persoonlijke blog. Over corona, over eenzaamheid en over de mentale uitdagingen die deze dingen met zich mee kunnen brengen. Want ik, net als heel veel andere Nederlandse studenten, zit er doorheen.

Vanwege het coronavirus en de maatregelen voelt zo’n 52 procent van de studenten zich eenzamer en is 45 procent somberder geworden. Ik kijk hier niet erg van op, omdat ik merk dat ik hier de laatste paar maanden ook steeds meer last van heb dan in het pre-coronatijdperk. Dit werd de afgelopen maanden zo heftig (lees: huilbuien, dagen niks aan mijn studie doen omdat ik me niet goed voelde, constant aan mezelf twijfelen), dat ik besloot aan te kloppen bij de studentpsycholoog.

Waar maak ik me zo druk om?

Ik ben er tijdens corona heel slecht in geworden om alleen te zijn. Eerst was ik hier goed in. Ik keek uit naar dagen waar ik eventjes niemand hoefde te zien en mijn agenda minder gevuld was. Nu krijg ik al snel een onaangenaam gevoel als ik geen afspraken heb staan waarbij ik, fysiek of online, mensen kan spreken.

Een tafel met kaarsen, burgers en friet.
Gelukkig zijn er ook momenten dat ik samen met vriendinnen kan eten, zoals hier toen ik en een vriendin allebei ons bachelordiploma hadden gekregen.

Toch vindt dit gevoel van eenzaamheid bij mij zijn hoogtepunt (of dieptepunt, kunnen we eigenlijk wel zeggen) in het niet hebben van een relatie. Het lijkt alsof ik dit zomaar eventjes opschrijf, maar ik heb al tien verschillende manieren bedacht hoe ik dit kon brengen. Ik schaam me er namelijk een beetje voor.

Ik heb een hele leuke vriendengroep, die altijd voor me klaarstaat en die ik hartstikke vaak zie. Waarom voel ik me dan zo alleen? Waar maak ik me nou eigenlijk druk om? Oké, Nienke, je bent nu eenmaal single. Waarom zit dit je zo dwars?

Ook het kleinste probleem is een probleem

Een vriendin van me stelde die laatste vraag, en ik kon er geen antwoord op geven. Het enige dat ik begreep was dat het een slechte invloed op mijn mentale gezondheid had. En hoe klein je probleem ook lijkt, als het zoveel invloed op je dagelijkse leven en humeur heeft, dan is het niet goed.

We normaliseren dat studenten vaak mentaal niet lekker in hun vel zitten, alsof het bij je studietijd zou horen dat je in paniek bent, stress hebt of het allemaal niet meer weet. Dat is het natuurlijk niet. Als dit je wekelijks of zelfs dagelijks bezighoudt, dan is het niet niks.

Ik besloot, met hulp van hele lieve vriendinnen, de huisarts te bellen en te vragen of ik bij de praktijkondersteuner terecht kon. Die wachtlijst was zo lang, dat ik een verwijsbrief kreeg om zelf een psycholoog te zoeken. Maar, wat schrijft een huisarts dan op? Ik wist zelf niet zo goed hoe ik moest omschrijven wat mij dwars zat. ‘Help, ik heb geen relatie’? Er zouden toch vast wel andere onderliggende problemen moeten zijn.

Aangezien ik die niet uit kon leggen, kwam die hulpkreet op mijn verwijsbrief te staan. Ik meldde me aan bij een psycholoog hier in Leiden, maar kreeg een dag later te horen dat ik niet geholpen kon worden, omdat ik geen stoornis had. Als je jezelf al schaamt voor je ‘probleem’, is dat niet het beste dat je te horen kan krijgen.

Hulp van de universiteit

Eigenlijk dacht ik dat ik het maar moest laten zitten, want ‘het was toch niet zo belangrijk’. Mijn beste vriendin was het daar niet mee eens en stuurde me een link naar de pagina van de studentpsycholoog van de Universiteit Leiden. Er kon een afspraak gemaakt worden voor een online spreekuur, waarna zij mij advies zouden geven.

Ik kon er vrij snel terecht. Het was een heel fijn gesprek waarbij ik me totaal niet veroordeeld voelde, en het heeft mij geholpen om mijn gedachten op een rijtje te krijgen. Zo ontdek je ook dat ‘Help, ik heb geen relatie’ echt niet het enige is wat er in je hoofd rondspookt. Er zijn altijd meerdere factoren.

Een woordweb over waarom dit me zo dwars zit dat ik last heb van eenzaamheid.
Ik probeerde zelf antwoorden te vinden.

De universiteit biedt verschillende mogelijkheden, van werkgroepen tot individuele gesprekken die je verder kunnen helpen. Ik heb ervoor gekozen om naar een werkgroep van acht weken te gaan. Hier wordt me geleerd hoe ik ervoor kan zorgen dat die negatieve gedachten die ik wel eens heb, niet mijn hele dag en humeur beïnvloeden.

Op de helft

Ik zit nu op de helft van de acht weken die ik mag deelnemen aan de werkgroep. Hoewel ik in mijn vriendengroep heel makkelijk kan praten over alles dat me dwars zit, kan het nog best wel eens een uitdaging zijn om het aan anderen te vertellen.

Het groepsverband heeft op mij een goede werking, omdat ik kan zien dat er zo veel anderen zijn die ook ergens mee zitten, hoe klein of groot die problemen voelen.

En dat laatste is misschien wel waar het voor iedereen in zit. Je eigen problemen voelen klein of onbelangrijk, of je schaamt je er misschien voor. Ik denk toch dat het belangrijk is dat je er met iemand over praat, professioneel of niet. Dat we in een rottige tijd leven, betekent niet dat we ons ook zo moeten blijven voelen.

Lees hier de blog van Manon, waarin zij schrijft over haar burn-out.