Voor iedere student komt het moment dat-ie moet gaan werken. Voor je op banenjacht gaat, is het slim om een netwerk op te bouwen. Dat kan via LinkedIn! Rest dat vraag: Hoe werkt dat? Dat ontdekte ik toen ik afgelopen zomer een profiel aanmaakte. Een kort verslag van mijn profielbouwpaniek.
Online staan ontzettend veel tips over hoe je een goed profiel moet bouwen. De allereerste: upload een professionele en representatieve profielfoto. Makkelijk gezegd, maar niet zo eenvoudig gedaan. Tussen mijn ruim tweeduizend foto’s zat geen enkele passende foto voor LinkedIn. Daar begon mijn paniek. Dus sleurde ik mijn zus plus camera mee naar buiten voor een photo-shoot. Net colbertje aan, lekker weertje erbij en een stralende glimlach op mijn gezicht… en toen stak de wind op.
Na lang proberen, lukte het eindelijk om een goede foto te maken, met precies dezelfde ingrediënten als bij de eerste fotosessie. Mijn zus vond mijn lach onnatuurlijk, dus trok ze gekke bekken. En de wind die bij de eerste poging zo vervelend was, veranderde in een licht briesje waardoor de foto net wat speelser werd. Precies hoe ik mijzelf graag profileer!
Ik ben ‘curious-critical’
Volgende stap: een verhaal over jezelf schrijven. Hoewel ik van schrijven houd, vond ik het toch lastig om mijzelf aan te prijzen in een korte biografie. Alleen mijn studies noemen leek me niet voldoende, maar ik wilde er ook geen lang verhaal maken: ik wilde mijzelf in één kernwoord omschrijven. Thee-fanaat? Schaatser? Daar heeft een werkgever niets aan. Toen bedacht ik dat ik twee studies doe: ik wil altijd meer leren en meer weten. Klinkt als nieuwsgierigheid! Op het laatste moment heb ik daar nog ‘kritisch’ aan toegevoegd. En nu staat er heel mooi in mijn biografie dat ik ‘curious-critical’ ben. Als dat geen banen trekt!
Ik heb 50 vaardigheden
Laatste dilemma: wat vul je nu in bij de vaardigheden? LinkedIn zelf zegt dat je ‘tussen de vijf en de vijftig vaardigheden’ toe moet voegen om een goed profiel te maken. Ik kreeg er bijna een existentiële crisis van. Want wat kan ik dat mij interessant maakt voor een bedrijf? Ik gok zomaar dat het geen geldige vaardigheid is dat ik de volledige tekst van ‘Alphabet Aerobics’ van Blackalicious uit mijn hoofd ken.
Ik moet heel eerlijk bekennen dat ik nog steeds geen goede vaardigheden heb toegevoegd. Microsoft Office, daar kan ik mee werken en ik spreek vloeiend Nederlands en Engels. Dat heb ik op mijn LinkedIn gezet, in de hoop dat ik dit ooit kan aanvullen of verbeteren. Die hoop kwam uit. Afgelopen blok heb ik geleerd met een programma te werken dat binnen de archeologie heel goed van pas komt. Zo zie je maar weer: een LinkedIn-profiel is nooit af.
Ik maak 31 connecties
Goed. Toen was mijn LinkedIn-profiel af. Ik werkte er een week aan, maar ik heb profielfoto, een biografie en een paar vaardigheden toegevoegd. Nu moest ik connecties maken. Wie voeg ik toe, en wie niet? Volgens een stelregel uit het bedrijfsleven mag ik een connectieverzoek naar iemand sturen zodra ik één keer inhoudelijk contact met die persoon heb gehad. ‘Inhoudelijk contact’ betekent dus niet dat ik ooit een keer op een borrel vakantieverhalen uitwisselde. Het doel van de LinkedIn-connecties is dat andere mensen aan jouw connecties kunnen zien wat jouw achtergrond en potentie is.
Ik schrijf een post
Toen ik wat contacten had gelegd, zag ik op de LinkedIn-profielen van mijn nieuwe connecties dat het de bedoeling is om zo nu en dan een post te schrijven. Met die posts kan ik mijn hele netwerk laten zien hoe actief en geïnteresseerd ik ben. Leuk hoor, maar hoe schrijf ik een effectieve post? Ik ben kennelijk niet de enige met die vraag. Online wordt gezegd dat een post effectief is als er een video instaat, of een plaatje, of zelfs als er een bepaald aantal hashtags wordt gebruikt.
Helaas blijkt dat er geen één vaste manier is om een post succesvol te maken. Daarom houden veel mensen het bij een korte post met een plaatje erbij. Ook ik deed mijn best om een goede post te schrijven voor op mijn LinkedIn-profiel. Die post is uiteindelijk wel oké geworden, behalve dat hij veel te lang is. In plaats van de aangeraden honderd woorden per post, schreef ik bijna driehonderd over de twee stages die ik afgelopen zomer heb gedaan. Ik voegde ook twee foto’s toe. De eerste maakte ik op een opgraving om een nieuw opgegraven gebouw te documenteren, de tweede van een vitrine die ik heb ingericht bij mijn tweede stage. En natuurlijk heb ik daar mijn stagebegeleiders in genoemd, want uiteindelijk gaat LinkedIn om de connecties!
Ik ben actief (zonder sporten)
Nu lijkt het erop dat het me is gelukt om een goed LinkedIn-profiel te bouwen. Ik heb een foto geplaatst, vaardigheden toegevoegd, connecties gemaakt (ik heb er al 31!) en zelfs een post geschreven. Maar hoe zorg ik ervoor dat ik ook echt vindbaar ben voor werkgevers of stagebegeleiders? Op verschillende blogs lees ik dat ik minimaal twee keer per week actief moet zijn. Pff, denk ik dan. Moet ik dan twee keer per week een post schrijven? Gelukkig blijkt dat ‘actief zijn’ ook kan betekenen dat je de post van een ander liket, of dat je een connectie aangaat met iemand. Dan wordt het toch ineens makkelijker om een actief profiel te onderhouden!
Oh, en als ik nog één laatste tip mag geven? Wees niet bang om je profiel zo nu en dan te veranderen. Controleer of je posts en vaardigheden nog relevant zijn voor wat jij later wil doen. Maar less is more. Probeer jezelf niet neer te zetten als een superbijzonderuniekfantastisch individu. Want, zoals Kinderen voor Kinderen mij leerde: je bent goed zoals je bent!