Als ik ’s ochtends de gordijnen open doe, kijk ik uit op een van de mooiste grachten van Leiden. Het studentenhuis waar
ik in woon dateert uit 1750 en heeft alle charmes die passen bij een pand uit die periode. Een statige uitstraling, muren die nergens waterpas staan en een krakende houten zolder die in het najaar zucht en steunt onder regenbuien en windvlagen.
Ondanks de ongetwijfeld rijke historie van dit huis is er helaas maar weinig bekend over wie hier de afgelopen tweehonderdzestig jaar geleefd hebben.
Op een dag verveelt een van m’n huisgenootjes zich stierlijk. Ze dwaalt wat door haar kamer en plots valt haar oog op een papiertje dat in een nis achter een van de balken verstopt zit. Nieuwsgierig trekt ze het eruit. Het is verfrommeld en ze staat op het punt om het weg te gooien, maar ze bedenkt zich en maakt het open. Tot haar verbazing staat er een tekst op, in het Arabisch. Nu wil het toeval dat ze Midden-Oostenstudies doet, dus de tekens zijn haar niet geheel vreemd. (Ze kalkt ook de muren van het toilet en het mededelingenbord hier vol met Arabische leuzen die wij niet kunnen ontcijferen, maar dat terzijde).
Een avond flink speuren levert de volgende aanwijzingen op:
– de tekst op het briefje is een liefdesverklaring (hulde aan mijn huisgenootje voor haar Arabische skills) en gericht aan een meisje met een exotische naam. De afzender, ene Lennard, schrijft dat hij haar mist en vraagt haar hem te bellen. Er staat een telefoonnummer, beginnend met 071.
– het nummer blijkt helaas niet meer in gebruik (teleurstelling alom).
Diepgravend onderzoek in de administratie van de voormalige bewoners biedt uitkomst. “Lennard” wordt gevonden in de archieven van begin jaren negentig, toen het huis net was veranderd van eigenaar en deze besloot het te verhuren aan studenten. Hij woonde toen inderdaad in de kamer waar het briefje nu, twintig jaar later, gevonden wordt. Het telefoonnummer blijkt het vaste nummer van het huis te zijn, toentertijd.
De zoektocht naar de stille aanbidder levert helaas verder niets concreets op. Even lijkt het alsof er een veertiger met die naam wordt gevonden in Duitsland, maar daar loopt het spoor dood.
Rond middernacht wordt het recherchewerk definitief gestaakt. Gestudeerd is er weinig die avond (gelukkig was het geen tentamenperiode), maar het geeft een voldaan gevoel een stukje geschiedenis te hebben ontrafeld van ons nederige stulpje.