naamloos

Met een strak gezicht wijs ik een structuur aan op het bord. De reactie die dat teweegbrengt is bij iedere scholier anders. De ene kijkt gegeneerd naar de grond, de ander begint luid te lachen en bij een derde valt onbewust zijn mond open, terwijl hij me met grote ogen aanstaart. Je kunt je vast de eerste les seksuele voorlichting nog herinneren. Je schaamde je kapot en hoopte dat de bel je zo snel mogelijk uit je lijden zou verlossen. Die dag was ik de docent die scholieren eens haarfijn de anatomie van een piemel uitlegde. Ik belandde niet per ongeluk in deze situatie, dat deed ik voor onderzoek.

In de medische wereld wordt veel gebruik gemaakt van moeilijke vaktermen, dat noem je jargon. Er zijn honderden studies gedaan naar jargongebruik in gesprekken tussen dokter en patiënt en de conclusie is dat de dokter in dit gesprek veel jargon gebruikt dat de patiënt niet begrijpt. Vaak hebben dokters dit zelf niet door, omdat ze onbewust overschakelen van alledaagse woorden naar jargon. Dus wanneer de dokter en de patiënt elkaar na een gesprek de hand schudden, loopt de dokter tevreden naar het volgende consult – denkend dat hij de boodschap duidelijk heeft overgebracht – en gaat de patiënt vaak met veel vragen naar huis.

Ik vond in de literatuur dat jargon ook vaak gebruikt wordt tijdens consult bij GGD’s. Achteraf bleek dat een groot aantal mensen totaal geen benul had van wat ze verteld was. Ik vroeg mij af of dit ook het geval was bij seksuele voorlichting op school. Wanneer kinderen nieuwe stof leren, gaat dat vrijwel altijd gepaard met het leren van nieuwe termen. Zou jargon in educatie het begrip van de stof van seksuele voorlichting belemmeren? Ik zocht het uit.

Weet jij nog hoe het zit?

Weet jij nog hoe het zit?

 

In een klas maakte ik twee groepen. De ene groep was de jargon groep: deze groep zou tegelijkertijd jargon en nieuwe stof krijgen. De andere groep doopte ik om tot de concept groep: zij kregen eerst de stof aangeboden in alledaagse taal en later pas de vaktermen, alias het jargon. Ik testte een eventuele verbetering in begrip van de stof door het gebruik van een pre- en posttest. De stof die we behandelden ging over de man. Het was de eerste keer voor de groep dat zij seksuele voorlichting kregen en er werd veel gegiebeld tijdens de les. Maar het leverde interessante uitslagen op.

Ik had vooraf verwacht dat de concept groep een betere score zou halen op de posttest dan de jargon groep. Dit resultaat heb ik echter niet gevonden. Beide groepen scoorden over het geheel even hoog op de posttest ten opzicht van de pretest. Wel vond ik een meetbaar verschil tussen de pre- en posttest van beide groepen, dus ze hebben wel iets opgestoken van de les. Zoals zo vaak geeft onderzoek stof tot een volgend onderzoek, ook dat van mij. Betekent dit namelijk dat er in educatie gewoon gebruik gemaakt kan worden van jargon, of is er iets anders aan de hand? Ik deed dit onderzoek voor mijn master wetenschapscommunicatie en ik kan wel stellen dat dit het spannendste onderzoek is wat ik tot nu toe in mijn studententijd heb gedaan.