Een ander land, een andere cultuur. Vijf vooroordelen over Britten, aan den lijve ondervonden:
1. Greetings
Elk gesprek begint ermee, maar ik moest in het begin elke keer even bijkomen van de duizelingwekkende ingewikkeldheid. Een simpel goodmorning of hello wordt gevolgd door how are you. Niets nieuws onder de zon, in Nederland hebben we dezelfde standaardvraag, waarop niemand een oprecht antwoord anders dan ‘goed’ verwacht. Standaard hier is not too bad, behoorlijk verontrustend in mijn ogen. Gelukkig was er een typisch Britse collega die me uit de brand hielp: dit betekent in principe hetzelfde. Alternatief is het wat conservatievere How do you do?, maar daarop not too bad antwoorden is not done. Deze vragende begroeting, die dus in principe Hello of varianten vervangt, verwacht als antwoord louter de herhaling How do you do?. Typisch.
2. Food and drink
Hoewel de populaire Britse topkoks het aantal kookprogramma’s exponentieel hebben laten groeien, blijft de Britse cuisine niet echt om over naar huis te schrijven. Chips (friet dus, niet te verwarren met crisps, die je hier overigens de gehele dag door overal bij eet) en burgers staan op elke menukaart, op zondag eet je echter roast. Typisch gerecht is nog steeds Fish and chips, hoewel dit nergens meer op de traditionele manier van een kraampje in een krant te krijgen is. Het deeg wordt traditioneel bereid met bier in het beslag. Dat brengt ons op de pubs. Inderdaad, ze sluiten vroeg, ook in het weekend is de laatste ronde om elf uur echt geweest. Resultaat is dat iedereen na werk direct de beperkte tijd in de kroeg opzoekt en om half zes zijn ze allemaal vol; mensen staan letterlijk buiten hun biertje te drinken. Bier heb je overigens in twee varianten: lagers en ales. Lagers herkennen wij uit de standaard Nederlandse bar en worden op dezelfde manier getapt (zonder kraag, uiteraard). Ales daarentegen worden nauwelijks gekoeld geserveerd en bevatten weinig koolzuur. Ze worden ook niet op ‘onze manier’ getapt, maar uit een vat ‘gepompt’, de reden waarom Engelse taphendels zo lang zijn. Alles komt in pints, uiteraard.
3. Politeness
Britten zijn beleefd. Deze oereigenschap geworteld in elke Brit zie je werkelijk overal in terug. Men spreekt je ongeacht leeftijd aan met sir. Bij elke fout gaat men ervanuit dat het de hunne is. Zo stootte ik met een van mijn duizend boodschappentassen tegen iemand aan, duidelijk mijn fout. De meneer in kwestie begon zich echter uitgebreid te verontschuldigen. Geldt overigens zelfs voor politie en beveiliging van bijvoorbeeld musea en dat levert merkwaardige situaties op. Het uit zich ook in het verkeer: zebrapaden zijn allerheiligst.
Terwijl we in Nederland (en ik hier op de fiets evenzo) inschatten of we nog snel kunnen passeren, stoppen Britten voordat iemand überhaupt in de buurt van het zebrapad is, en wachten totdat iemand het gehele pad is afgewandeld en veilig aan de overkant is. Niet echt efficiënt.
4. Queing
Een typisch vooroordeel over Engeland: When two Englishmen meet, they form a queue (zie ook punt 3). Dit is wellicht de eigenschap waaraan ik het meeste moest wennen. In de metro heb je bijvoorbeeld kaartjesautomaten, tien naast elkaar. De eerste paar keer liep ik gewoon naar een vrij exemplaar, totdat een vrouw zich excuseerde (…) en me vroeg of ik misschien de rij niet had gezien. Die had ik wel gezien, maar verkeerd geïnterpreteerd als die voor het loket. Zelfde geldt voor de zelfscan-automaten in supermarkten, al staan daarbij wel vaak Efteling-hekjes. Op de markt is het helemaal merkwaardig, in plaats van de gehele breedte van een kraam te benutten, vormt zich een lange, rechte rij loodrecht op de kraam…
5. Driving on the left, walking on the left?
Dit raadsel heb ik nog niet kunnen oplossen, ben ik bang. Natuurlijk, Britten rijden links en eerlijk gezegd went dat behoorlijk snel (op de fiets, dan). Daarbij word je natuurlijk geholpen door alle Look Right/Look Left signalen op straat. Hierop doorredenerend zou je verwachten dat men ook links loopt, dus op de linkerstoep, links op de trap enzovoorts. Dit lijkt echter minder het geval. Misschien komt het omdat in London ongeveer 200 nationaliteiten door elkaar heen leven, waarbij toeristen ook nog eens in de weg lopen. Enige houvast zijn de borden bij roltrappen, die dezelfde regels aanhouden als op het continent: rechts staan, links lopen. Welke roltrap omhooggaat en welke naar beneden, wisselt echter per metrostation. Ik heb nog even om dit op te lossen, in de tussentijd blijf ik ongemakkelijk tegen mensen aanbotsen, te meer omdat we beide beleefd elkaar uit de weg proberen te gaan…
Een treffende beschrijving van de Engelse manieren. Ik hoop dat je lang genoeg kunt blijven om ook het links of rechts lopen in kaart te brengen. Ik kijk weer uit naar je volgende blog.