Afgelopen keer hebben jullie kunnen lezen over het eerste deel van mijn reis door Oman en mijn ervaringen met dit prachtige land. Deze week volgt deel twee. In dit blog zal ik onder meer vertellen over ons bezoek aan de stad Nizwa en het overnachten in de woestijn. 

Nizwa en overnachting in woestijn

Op dinsdag, na ons bezoek aan Wadi Shab, kwamen wij aan het begin van de avond weer terug in Muscat. Voor de volgende dag was het plan om naar Nizwa te gaan, om vervolgens door te rijden naar een tentenkamp in de woestijn om daar te overnachten. In Oman zijn verschillende tentenkampen waar je een nacht in de woestijn kunt doorbrengen. Sommige van deze kampen zijn zeer luxe, andere juist erg basic. Wij kozen voor de middenweg, een kleinschalig tentenkamp met slechts negen tenten. Op het internet leek het kamp van alle gemakken voorzien, maar was het niet te luxe; ideaal voor ons.

Op woensdag waren we al vroeg uit de veren. Om 9 uur zaten we in de auto op weg naar Nizwa, een stad in de binnenlanden van Oman op zo’n twee uur rijden van Muscat. De weg er naartoe was prima begaanbaar, net zoals vrijwel alle wegen in Oman. Dit goede wegennetwerk heeft het land te danken aan sultan Qaboos, die sinds 1970 in het land aan de macht is. Onder zijn leiding heeft het land een sterke economische groei doorgemaakt, en dat zie je ook terug in de wegen. Waar aan het begin van zijn regeerperiode de weg van de luchthaven naar Muscat de enige geasfalteerde weg in heel Oman was, lopen er nu tussen alle grote steden in het land brede snelwegen.

De route naar Nizwa kenmerkt zich door de prachtige uitzichten die je onderweg tegenkomt. Overal langs de weg zie je grillige rotsformaties, de een nog mooier dan de ander. Ongeveer halverwege de route zijn we langs de weg gestopt bij een supermarktje annex koffiezaakje. Tijdens deze stop werden we weer geconfronteerd met de typische Omani gastvrijheid. De eigenaar van de gelegenheid stond erop dat wij de koffie die hij ons aanbood, zouden aannemen. Ook liet hij ons niet vertrekken voordat we ieder een aantal dadels hadden geproefd, de lokale lekkernij voor bij de koffie.

Rond de klok van 11 kwamen we aan in Nizwa. De stad is omringd door bergen en ligt als het ware in een kom. Hoewel het niet erg groot is, heeft Nizwa wel een aantal mooie bezienswaardigheden. Het meest in het oog springend is het oude fort van de stad. De entree tot dit fort is slechts 500 baisa per persoon, omgerekend zo’n 1 euro. Wanneer je naar de top van het fort klimt, heb je een prachtig uitzicht over de dadelplantages die rondom de stad liggen. Nabij het fort ligt de oude soukh van Nizwa. In feite bestaat de soukh uit verschillende kleinere marktjes, en vind je in ieder deel van de soukh andere producten. Zo is een deel waar alleen maar groente en fruit verkocht wordt, en in een ander deel verkoopt men alleen maar kledingstukken en stoffen.

Uitzicht over de dadelplantages vanaf het fort in Nizwa

Na een korte lunch in de soukh stapten wij die middag om kwart over een weer in de auto. Onze volgende bestemming was Al-Wasil, een klein plaatsje aan de rand van de woestijn. Onderweg werd het landschap steeds kaler en kwamen we langzaamaan meer en meer in de woestijn terecht. Om drie uur werden we in Al Wasil met een 4×4 opgehaald en naar ons tentenkamp gebracht, het Sands Dream Tourism Camp. Daar zouden we de nacht doorbrengen. Bij het kamp werden we wederom ontvangen met Omani koffie en dadels. Om half vijf werden we door een chauffeur meegenomen voor onze laatste activiteit van die dag: dune bashing, met een 4×4 over de zandduinen crossen. Onze chauffeur had dit duidelijk eerder gedaan en was daarom niet vies van een uitdaging. Na zo’n drie kwartier rondgereden te hebben parkeerde hij de auto op het hoogste duin in de omgeving, waarvandaan we de zonsondergang bekeken; een magisch uitzicht. Alsof dat nog niet genoeg was werden we die avond ook nog eens getrakteerd op een prachtige sterrenhemel.

Zonsondergang in de woestijn

De volgende ochtend stonden we al vroeg op om de zonsopgang mee te pakken, die eveneens prachtig was. Na een uitgebreid ontbijt werden we om half tien weer opgehaald en teruggebracht naar onze auto. Onze eerste bestemming voor die dag was het kuststadje Sur. Het stadje viel ons enigszins tegen, dus veel tijd hebben we er niet doorgebracht. Na een lekkere lunch en een frisse duik in zee zijn we begonnen aan de terugreis richting Muscat. Onderweg zijn we nog wel gestopt bij een strandje. Onze laatste stop voor die dag was de Bimmah Sink Hole, niet al te ver van Wadi Shab waar we twee dagen eerder waren. De sink hole, ontstaan door het plotseling wegzakken van aarde, staat in verbinding met de zee. Daardoor staat er brak water in de sink hole, waar ook in gezwommen mag worden. Rondom de sink hole hebben de Omani een nationaal park aangelegd, wat een geliefde plek is voor families om ’s avonds en in het weekend te picknicken. Zelf heb ik bij het nationaal park nog de klassieke Midden-Oosten foto gemaakt: een foto met een dromedaris, het schip van de woestijn.

Op de foto met een dromedaris

Op zoek naar dolfijnen

Eenmaal terug in Muscat op donderdagavond hadden we een plan nodig voor de vrijdag. Eerder tijdens onze vakantie waren we bij een jachthaven, waarvandaan excursies op zee georganiseerd werden. Na een beetje zoeken op het internet kwamen we erachter dat er veel bedrijven waren die soortgelijke excursies organiseren. Uiteindelijke hebben we gekozen voor een excursie dolfijnen spotten en snorkelen, die zo’n 3 uur zou duren. Zodoende stapten we de volgende ochtend om tien uur aan boord van de boot waarmee we de excursie zouden ondernemen. In tegenstelling tot het traditionele scheepstype van Oman, de dhow (zie hieronder), kozen wij voor een iets snellere speedboot; we hadden tenslotte maar drie uur. Dichtbij de jachthaven lag een plek waar normaal gesproken erg veel dolfijnen zwommen. Maar, zo zei de begeleider van de excursie, “we kunnen geen garantie geven dat jullie dolfijnen zullen zien. Het blijven wilde dieren”. Na zo’n kwartiertje varen kwamen we op de betreffende plek aan. Wat we daar zagen had niemand van ons voor mogelijk gehouden. Minstens 70 dolfijnen zwommen langs, onder, en rondom de boten die zich hadden verzameld om dit schouwspel te aanschouwen. Het was een prachtig gezicht. Drie kwartier hebben we genoten van deze prachtige dieren.

Daarna was het tijd om de dolfijnen vaarwel te zeggen en koers te zetten naar een baaitje waar we zouden gaan snorkelen. Ook dit bleek echt de moeite waard. Het baaitje was vrijwel windstil en het azuurblauwe water was perfect om te snorkelen. Zodoende hebben we ruim een uur mogen rondzwemmen op deze plek en ons kunnen fascineren over de onderwaterwereld van Oman. Daarna was het tijd om koers te zetten naar de wal, waar in het restaurant bij de jachthaven een heerlijke lunch op ons stond te wachten.

De traditionele Omani dhow

De laatste dag

Aan alles komt een eind, zo ook aan een prachtige vakantie. Op zaterdag was voor mij de laatste dag alweer aangebroken; die avond zou ik terugvliegen naar Riyad. Om er een ontspannen laatste dag van te maken en nog een keer de geur van het Midden-Oosten op te snuiven, besloten we nog een bezoek aan de soukh te brengen, gevolgd door nog een paar laatste uurtjes op het strand. Daarna was het voor mij helaas alweer tijd om m’n koffers te pakken en me naar het vliegveld te begeven. Het is een prachtige vakantie geweest, en Oman: daar kom ik zeker nog eens terug!

Tot zover mijn verhalen over mijn vakantie in Oman, een land dat ik echt iedereen kan aanraden! Volgende week weer een nieuw blog van mij. Zoals jullie de afgelopen tijd wellicht op het nieuws hebben gehoord is er momenteel veel gaande in Saudi. In mijn blog van volgende week zal ik jullie vertellen over deze ontwikkelingen en over de man achter deze ontwikkelingen: kroonprins Mohammed bin Salman.