Uitvliegen blog 3: welcome to the jungle
Handig gooi ik mijn Eastpak rugzak en Jumboboodschappentas vol terwijl ik met een hand mijn boterham naar binnen werk en met mijn andere hand probeer de zoveelste Pretty Little Liars aflevering door te spoelen voorbij de recap van de vorige aflevering (Netflix please, really, je weet dat ik al zes afleveringen op repeat heb gekeken dus je weet ook dat ik precies weet wat er in de vorige aflevering is gebeurd en deze minuut recap is zonde van mijn tijd). Ik maak me klaar om dit weekend naar huis te gaan en mijn Jumbotas vult zich langzaam met vuile was (geen wasmachine-struggles). Verder heb ik alles inmiddels in drievoud aangeschaft (thuis bij mama, thuis bij vriendje, thuis bij Joyce), om vervelende vergeetacties te voorkomen. Het enige dat iedere week steevast in mijn rugzak verdwijnt zijn primaire levensbehoeftes als een föhn en mijn nikies.
Ik merk aan mezelf dat alles automatisch gaat, ik denk er niet eens over na. Het weekend plan ik vol met bezoekjes aan vriendinnetjes thuis, doordeweeks leef ik inmiddels bijna volledig in Den Haag. Ik raak steeds meer gewend en gehecht aan mijn dagelijkse tramritje naar school (ik zou natuurlijk kunnen fietsen maar fietsen suuuuucks balls), liever stap ik in tram 16 om me al tuffend langs zes haltes naar het centraal station te laten vervoeren. Boodschappen doe ik een straat verderop bij de Coop, een prima alternatief op de Albert Heijn die ik thuis gewend ben maar wel aan de prijzige kant is. Dus eens per maand ga ik naar de Lidl voor bulk inkoop (wc-papier, vuilniszakken, waterijsjes; je kent het wel). Drankjes doe ik in de Prins Hendrikstraat of op het Koningsplein, bij John’s en Junes, Ich bin ein Hamburger of Joris en de Draeck. Ik betrap mezelf op het feit dat ik steeds vaker met een glimlach door de zeeheldenbuurt wandel.
Weken verstrijken en ik merk dat het leven in Den Haag steeds meer gewenning geeft. Zelfs slapen gaat al beter. Mijn allergrootste winmomentje was vorige week, toen vriend en ik bedachten dat we graag nacht-pannenkoeken wilden eten. Van alle voordelen die in de stad wonen met zich meeneemt, staat het bestaan van nachtwinkels met stip op nummer één. Om half elf ’s avonds stapten we dapper de nachtwinkel binnen, bij mij om de hoek, voor een pak melk. Nog geen half uur later aten we, tevreden als kinderen, onze nacht-pannenkoeken met nutella. Voor de feestelijkheid een groot glas gin-tonic erbij (ik weet niet wat dat over mij zegt, dat ik geen melk in huis heb maar wel gin en tonic), en onze avond kon niet meer stuk. Dat was een dinsdag avond, welteverstaan.. haha!