Applaus geven is een groepsactiviteit. Gevolg: als iedereen het doet, voelt het goed. Als slechts een enkeling de handen ineen slaat, kan het heel ongemakkelijk zijn. Tijdens je studie kom je deze delicate situaties ongetwijfeld tegen. Klap je na een hoorcollege? Of na de presentatie van een studiegenoot? Of kun je beter je handen thuis houden? Ik klap uit de school met een paar vuistregels.

Je schommelt op je stoel, af en toe doedel je wat en soms noteer je iets dat je opvalt. De powerpoint flikkert in je ooghoek op zwart. “Nou, eh, dat was het wel geloof ik,” stamelt je werkgroepgenootje. Hij kijkt naar de grond. Er valt een stilte. Je aarzelt, moet je nu applaudisseren? Je kijkt schichtig om je heen en kruist de onzekere blikken van je medestudenten. De docent grijpt niet in. Dan heft een dappere student langzaam beide handen boven de tafel. Voorzichtig beweegt hij ze tegen elkaar. Klap. Klap. Te gehaast probeer je alsnog mee te doen. Nog twee vallen bij. Een paar losse klappen galmen door het lokaal. Klap… klap klap… klap. Het applaus verdwijnt als een ongeboren kind. Eindelijk doorbreekt de docent het tastbare ongemak: “Wie mag ik het woord geven voor een vraag?”

 

Klaptomanie

Een applaus kan vele betekenissen hebben. Meestal, na een concert, toespraak of theaterstuk, is het een teken van waardering of dankbaarheid. Wat hebben die acteurs goed gespeeld! Of wat fijn dat er eindelijk iemand de dingen zegt die je wilt horen! In de collegezalen heb je van deze vorm van applaus doorgaans geen last. Als er geklapt wordt, is dat vooral uit een vaag gevoel van dat het zo hoort. Dat de docent een toneelstukje heeft opgevoerd en eindigt met een akelig lege stilte. Op dat moment neemt een gekte bezit van sommige studenten, een horror vacui, een ‘klaptomanie’. Een andere uitleg is natuurlijk opluchting. Hèhè, eindelijk is dat college voorbij…

Klapspraken

Wanneer geef je als student applaus? Wat is de correcte applausetiquette? Bij hoorcolleges is het eigenlijk heel simpel: nooit. Vooral eerstejaars trappen er nog wel eens in. Ze zijn nieuw in de grote collegezalen en kijken hun ogen uit. De lange rijen stoelen, het podium vooraan, het is net een theater. Maar houd jezelf in bedwang! De docent heeft geen voorstelling gespeeld, hij heeft les gegeven. Kreeg jouw middelbare schooldocent ook een staande ovatie na elk lesuur? Nee, laat dat applaus maar zitten.

In werkgroepen ligt het lastiger. Een docent krijgt hier nooit applaus, maar studiegenoten die een presentatie geven vaak wel. Het prettigste is het als de docent aangeeft wanneer er geklapt dient te worden. Dat lijkt misschien hard, maar uiteindelijk levert dit de minste ongemakkelijke situaties op. Zijn er geen klap-afspraken gemaakt? Houd je dan aan deze vuistregel: klap zo laat mogelijk.

Het klapstuk

Na een presentatie zijn er twee stille momenten die schreeuwen om een applaus: direct nadat iemand klaar is en wanneer iemand vragen heeft beantwoord en naar zijn stoel loopt. Twee keer klappen is overdreven – onvermijdelijk vraagt iemand zich hardop af: ‘We hebben toch al geklapt?’ – dus wanneer is het beste moment?

De meeste studenten eindigen hun presentatie met de knallende afsluiter ‘Dit was het.’ Dit verdient geen applaus. Iets beter doen studenten het met ‘Zijn er nog vragen?’ Hierna is klappen ook vreemd, want er wordt immers gevraagd om de presentatie voort te laten duren. Alleen als een student een prachtige presentatie afsluit met écht een goede afsluiter én die goed weet over te brengen, is een applaus op zijn plaats.

Alleen als een student een prachtige presentatie afsluit met écht een goede afsluiter, is een applaus op zijn plaats

Maar het beste moment voor een applaus voor je studiegenoot is het moment dat hij naar zijn stoel loopt. Hij heeft zojuist een kritisch vragenvuur moeten doorstaan en is hoogstwaarschijnlijk afgemaakt door de ‘opbouwende kritiek’ van de docent. Dit is het moment om hem een hart onder de riem te steken. Laat hem niet in doodse stilte een walk of shame naar zijn zitplaats afleggen. Geef een applaus dat zegt: ‘Zo slecht was het niet. Kop op, je hebt nog een week om je onderzoek helemaal om te gooien. Je kunt het!’

De eerste klap is lang niet altijd een daalder waard…

Ben je het eens met deze etiquette? Of klap jij op een heel ander moment? Laat het weten!