Vandaag is het weer eens prijs. Mijn allertrouwste vriend in geel-blauwe kleuren heeft het weer laten afweten. Voordat één of ander opgedirkt persoon met mannelijke make-up (onder het motto ‘metroman kan’), hier verontwaardigd bij gaat kijken door de gebruikte kleurencombinatie: deze kleuren slaan niet op kleren. Na bijna zes jaar kan ik de NS namelijk al zowat tot mijn sociale umfeld gaan rekenen. Waar ik voorheen (middelbare school) alleen sporadisch gebruik maakte van deze vriendschap bij uitstapjes naar Amsterdam, is deze ‘vriend’ heden ten dage een terugkerend ritueel in mijn dagelijkse bezigheden. Vooral nu ik stage loop in Rotterdam. Het begint al om 07:00 uur als mijn wekker gaat. Ik betrap me er de laatste weken op dat ik, begeleid door een ‘fingers crossed gevoel,’ bijna automatisch naar de NS app ga om te klikken op het kopje ‘storingen’. Waarna ik mijn tocht fris en fruitig vervolg naar Leiden Centraal om in de geel-blauwe gevaarten te stappen die (niet) komen.

Misschien wel handig om hier als kanttekening te geven: ik ben een persoon die niet van te laat komen houdt en die graag de reis ‘gepland’ heeft alvorens te vertrekken. Klinkt misschien lichtelijk dwangneurotisch o.i.d., maar ik vind: goed voorbereid is het halve werk. Ondanks dat ik hierboven spreek over de NS als ‘vriend’, behoren deze twee woorden eigenlijk niet in dezelfde zin. Het is meer een gedwongen vriendschap geworden die door de jaren heen ontstaan is. In het begin toen ik net bezitter was van de studenten – ov ging, ondanks mijn wereldreisbloed, een wereldje voor me open. Je kon wel stellen dat ik toen nog dacht: hier kan een mooie vriendschap uit ontstaan, NS. Enkele vertragingen, werk aan het spoor, winterregelingen verder heeft dit ‘opbloeimoment’ alweer plaats gemaakt voor heel wat donkerdere gedachtes over ‘onze vriendschap’. Misschien denken sommigen onder u, ‘je bent reizen niet gewend’, maar die gedachte moet ik helaas ontkrachten. Ik ben een gepassioneerde wereldreiziger (ja, iemand die bij hobby reizen schrijft). En ik kan wel stellen dat ik soms tig keren liever in een 11 uur durende vlucht naar Kaapstad zit dan in de paarsblauwe stoelen van de NS.

Nu ten tijde van mijn stage is het onbegrip alleen maar groter geworden en ik denk dan ook soms na over het verbreken van onze vriendschap. Als iemand mij ’s ochtends bij een gekke enquête op het perron zou vragen: ‘’als je één iemand zou kunnen zijn voor 24 uur, wie zou je dan willen zijn?’’. Stiekem, zou ik dan antwoorden: de NS-baas. Ik zou gelijk die spliksplinter nieuwe trein voor heel het land invoeren, altijd extra lange treinen in de spits, stopcontacten bij elke stoel en controles op het naleven van de ‘stiltecoupé’ doorvoeren. En dan, als bijna mijn dag als NS-baas voorbij was zou ik een geel memobriefje op het computerscherm plakken:

Notitie voor morgen: vertragingskorting invoeren en winterregeling analyseren.

Helaas, deze ‘wish for a day’-enquête is nog niet langsgekomen. Het blijft bij wishful thinking. Een gouden tip voor iedereen die binnenkort binnen zijn master begint aan een stage: druk in de ochtend toch ook maar op het knopje ‘storingen’ en plan goed van te voren. Op de vriendschap van de NS valt namelijk niet altijd te bouwen. Ik zal voor jullie alvast elke ochtend op het perron de beste ‘hoe kom ik in de trein ten tijde van spits’ en ‘hoe vind ik een zitplek’-tips bijhouden. En dit alles uitkijkende naar mijn geel-blauwe ‘vriend’ die niet op tijd het perron binnen rolt.

Zul je zien, morgen komt de trein stipt op tijd….

 

P.S. Misschien moet ik gewoon onze vriendschap momenteel ‘disliken’ en als de trein dan (toch) komt: ‘like’.

 

Rijdt niet, rijdt niet en rijdt niet..