“Het klinkt alsof je geneigd bent hoge eisen aan jezelf en de patiënt te stellen: er moet snel verdieping in een gesprek zijn (het liefst al het eerste gesprek tot de kern komen) en jij moet dat voor elkaar krijgen. Als dat niet lukt dan loop je het risico om af te haken, de patiënt moet net zo hard werken als jij.”

In plaats van therapeut ben ik opeens patiënt geworden. Na heen en weer gemail met mijn begeleidster van het vak Basic Therapeutic Skills krijg ik bovenstaande observatie terug. Ik moet zeggen, hij is spot on. Dat is een van de gevolgen van psychologie studeren, je krijgt soms dingen terug waar je van denkt “hoe weet ze dat en waarom weet ik dat nu pas?!”.

Twijfel & co.
Het nadeel is dat dit soort dingen je uit je evenwicht kunnen brengen. Van alle dingen die je over jezelf en je capaciteiten als therapeut dacht, denk je opeens “klopt dat nog wel?”. Het gevolg is veel denken, twijfelen en piekeren. In principe niet levensbedreigend, maar het kost wel vrij veel energie, nachtrust en koffiepads.

Ik heb eerder al geschreven dat voor mij just do it een motto is. Nu ben ik even reflectiemoe op het moment, maar ik wil wel graag met de feedback aan de slag. Het doel is uiteindelijk toch een uitstekend therapeut te worden. M’n begeleidster schreef hierover:

“In het verslag komt een beeld voor mij naar voren van een therapeut die het goed wil doen en die vooral zelf bezig is om zichzelf te verbeteren. … Je kan al veel maar je komt in gesprekken ook problemen tegen. Dan moet je je collega’s of supervisor om hulp kunnen vragen. Dan moet je durven om het niet allemaal alleen op te lossen.”

Een patiënt die hoge eisen aan zichzelf stelt en die problemen het liefst zelf oplost. Dat zijn dingen die je niet makkelijk verandert. Het probleem is dat ik door de confrontatie met deze twee (zwakke?) kanten meer ga twijfelen aan mijzelf. Op deze momenten is het belangrijk de kleine positieve punten te zien. “Je kan al veel”, daar ga ik dan maar van uit.