Een tijdje geleden schreef ik een luchtige blog over de manier waarop verschillende universiteiten omgaan met het seksuele gedrag van hun studenten. Op dit onderwerp moet ik vandaag terugkomen. Helaas wordt de toon van dit stuk heel anders.

In een maand tijd zijn vijf studentes op mijn campus aangerand toen ze ’s nachts naar huis liepen.

De eerste keer, eind september, schrokken we ons allemaal wezenloos. Op dat moment werd het nog beschreven als een ‘isolated incident’. Maar tijd om het te vergeten kregen we niet: een week later werd een tweede studente aangevallen toen ze haar appartementencomplex binnenstapte. Toevallig was dit op een avond waarop mijn eigen flat een groot feest had gegeven, en waarop heel veel mensen in hun eentje dronken naar huis waren gewankeld. Toen kregen we het benauwd.

Overal werden brieven opgehangen: ‘Loop niet in je eentje ’s nachts over de campus!’ De universiteit besteedde extra aandacht aan Safewalk, een dienst die je ’s avonds kunt bellen om je gratis thuis te laten brengen door een man en een vrouw die met je mee lopen. (Klinkt dit stom? Mijn campus is nogal groot. Het kost je een goed halfuur om van de ene naar de andere kant te lopen. En ze vinden bomen, struiken en weinig licht heel esthetisch verantwoord.)

De brieven hielpen niet: een week later werd een derde vrouw aangevallen. Ik hield mijn hart vast: dit gebeurde op een avond waarop ik naar een feest was geweest, en een vriendin die een eind moest lopen had aangeraden om Safewalk in te schakelen. Ze weigerde. Het had dus heel naar met haar kunnen aflopen.
Vervolgens berichtte de studentenkrant The Ubyssey een vierde aanranding, maar het slachtoffer wilde er niet mee naar de politie gaan.

Nu barstte de hel los. Alles en iedereen werd ingezet om te zorgen dat vrouwen zich veilig konden voelen op de campus. Grote woningcomplexen begonnen met teams die met je mee lopen naar je voordeur. Bosjes werden gesnoeid, lantaarns werden feller gemaakt. Safewalk begon twee uur langer door te werken. Te pas en te onpas kreeg je rape whistles in je handen gedrukt. (Hier zie ik overigens het nut niet van in. Gillen lijkt mij effectiever dan op zo’n ding toeteren. En wie denkt eraan om te hulp te schieten bij het horen van een fluitje?)

En toch was daar slachtoffer nummer 5, op 29 oktober – en de aanrandingen bleken gerelateerd te zijn. De eerste aanranding in de serie was in april.

Anti-'rape culture'-protest op de UBC-campus. Foto © Carter Brundage, The Ubyssey.

Anti-‘rape culture’-protest op de UBC-campus. Foto © Carter Brundage, The Ubyssey.

Inmiddels zijn de studenten niet bang meer, maar boos. Vooral de vrouwen. Zo boos zelfs, dat er vorige week een bizar militant anti-verkrachting-protest is gehouden waarin vrouwen ongeveer alle mannen de schuld gaven van wat er hier op de campus is gebeurd. Met slogans als “F*ck rape culture”, “F*ck Frats” (herendisputen) en “Respect My C*nt” probeerden zij de wereld duidelijk te maken dat ze zich hier, nou ja, kut over voelden. Zelf vind ik het misplaatst en haatzaaiend in een tijd waarin juist samenwerking en communicatie de campus veiliger kan maken. Maar hoeveel keuze heb je nog, tussen angst en woede?