DUURT LANG.
In december bedacht ik: goh, over een halfjaar ben ik afgestudeerd. Misschien moet ik eens PhD-posities gaan zoeken. Acht maanden later zat ik eigenlijk nog steeds in dezelfde situatie…
In totaal heb ik naar zeven PhD-posities gesolliciteerd: ASCA (Amsterdam), UBC (Vancouver), York (Toronto), Brock (in de buurt van Toronto), Rutgers (New Jersey), Oxford en nog eens York (UK). In januari kwam de eerste afwijzing, van ASCA: er waren 200 aanmeldingen en ik zat bij de beste 50, maar ik had de shortlist niet gehaald. Een PhD zoeken in de geesteswetenschappen, dat is omgaan met teleurstellingen en enorm veel concurrentie.
In december had ik ook mijn sollicitatie voor UBC ingestuurd. Daar was ik tijdens mijn uitwisseling al druk mee bezig geweest: binnenlopen bij professoren en vragen of ze geïnteresseerd zouden zijn in het begeleiden van mijn project, mijn voorstel aanpassen aan de specialisaties binnen de universiteit… En ik hoorde maar niets. Begin april kreeg ik een mailtje: we zijn nog bezig, nog even geduld. En dan eindelijk, eind april: sorry, je bent niet aangenomen.
Ik begon te merken dat het heel normaal is om pas zo laat iets te horen van een universiteit. Neem York Canada, bijvoorbeeld. Deze uni is opgericht in de twintigste eeuw en blijkbaar sindsdien niet meer gemoderniseerd. Zij besloten doodleuk om alle communicatie met de universiteit per post te laten gaan. Per post van Nederland naar Canada en terug, zie je het voor je? Een brief is drie weken onderweg. Dan kreeg ik zo’n brief, bijna een maand na de datering, met een verzoek dat ik niet snapte. Op de brief stond geen e-mailadres vermeld, alleen een telefoonnummer. Ik zocht op de website de mailadressen van mensen die eruit zagen alsof ze hierover gingen, en mailde ze – tot drie keer toe geen reactie.
Toen heb ik het opgegeven. Als de universiteit nu al niet normaal kan communiceren, hoe gaat dat dan als ik er studeer?
In februari was er nog een aanmelddeadline: Brock University, ook in Canada. Deze universiteit kon wél alles soepel afhandelen. Een maand later kreeg ik nieuws: je bent aangenomen, en je krijgt een docentenbeurs! Dit was het mooiste nieuws tot dan toe. En toch twijfelde ik naarmate ik meer informatie kreeg over Brock. De universiteit is namelijk héél klein, met beperkte middelen, en gelegen in een uithoek van Canada. Daar kunnen ze zelf weinig aan doen, maar voor vijf jaar daarnaar emigreren werd me steeds moeilijker voor te stellen naarmate de toekomstplannen met mijn vriend concreter werden – hij zou er onmogelijk een baan kunnen vinden.
Gelukkig had ik een alternatief Oxford. Ik geloofde mijn ogen niet. De Oxford Faculty of English wilde mij hebben. Mij. Na Tolkien en Philip Pullman bieden ze mij een plaats aan.
Goed, het was een ‘conditional offer’: ik moest er eerst ‘with distinction’ voor afstuderen. Wat dat inhield in het Nederlandse systeem, wisten ze eigenlijk niet zo goed. “Stuur maar gewoon je eindlijst op, dan kijken wij wel of hij goed genoeg is.”
Uh. Toen had ik ineens een gegarandeerde positie aan een klein universiteitje in Canada, en een onzekere positie aan de überwauwtopunversiteit van het universum. Ik snapte de wereld even niet meer en besloot me gewoon op mijn scriptie te storten, die ik in juni afrondde.
Ik kreeg een 8.
Ik was diep teleurgesteld. In Leiden, in tegenstelling tot de rest van Nederland, is ‘cum laude’ een 8,5. Met een 8 voor mijn scriptie zat dat er niet meer in. Die ‘distinction’ van Oxford zou dan ook wel heel erg lastig worden. Ik stuurde toch in juli mijn eindlijst in, na een week lang iedere dag het secretariaat bezoeken om uit te leggen wat ik precies wilde en waarom de lijst die ze me hadden gegeven niet goed was. Mailde Oxford toch een paar weken later terug: “Sorry, we snappen niet wat ECTS is, stuur alsjeblieft een omzettabel of zo.” En dat van de universiteit waar Stephen Hawking werkt.
Goed, nieuwe lijst inclusief omzettabel opgestuurd, maar toen was het al augustus. Ik wist niet in welk land ik de volgende maand zou wonen. Ik kon mijn kamer niet opzeggen, ik kon geen vlucht boeken, ik kon geen afscheid nemen van mijn familie omdat ik niet wist of ik wel wegging. Ik werd nu echt ziek van de stress.
Hoe dat afliep, lees je morgen…