Studeren is plannen. Hoe overleef je anders al die opdrachten, dat essay, én die tentamens die toevallig altijd in dezelfde week af moeten zijn? Hoewel ik mezelf na vijf jaar studeren best een plan-expert kan noemen, komt het tóch regelmatig voor dat ik tijd tekort kom. Gelukkig studeer ik psychologie en weet ik dat het niet mijn schuld is: het ligt gewoon aan de planning fallacy.

Maandag papers lezen, dinsdag een essay schrijven en woensdag blokken voor dat tentamen. Hoe goed je je vrije tijd van te voren ook blijft inplannen, er blijft op de een of andere manier al-tijd te weinig tijd over om alles tot in de puntjes af te maken. En hoewel ik na zes uur ’s avonds het liefst lekker doelloos op de bank hang , komt het toch regelmatig voor dat ik mijn opdracht nog niet af heb. Gevolg: Stress! Gelukkig krijg ik ‘m altijd nog wel op tijd ingeleverd. Netjes om 23.59, uiteraard.

Maar toch is het gek. Ik ben absoluut niet chaotisch, begin het liefst weken van tevoren aan mijn deadlines te werken en zelfs mijn moeder is jaloers op mijn planning skills (true story). Hoe komt het dan toch dat ik altijd tijd tekort kom?! Om deze vraag te beantwoorden wil ik jullie introduceren aan een fascinerend fenomeen uit de psychologie: de planning fallacy.

We zijn te optimistisch…

Geloof het of niet, maar wij mensen zijn geneigd om erg optimistisch over onszelf te denken. We zijn ervan overtuigd dat we beter autorijden dan gemiddeld, dat we waarschijnlijk niet bestolen worden en dat onze toekomstige kinderen talentvoller zullen zijn dan gemiddeld. En ja: we denken ook dat dat essay ons minder tijd zal kosten dan het in werkelijkheid doet.

Dat is precies wat de planning fallacy is: het systematisch onderschatten van hoe lang we ergens mee bezig zullen zijn. En het bijzondere is dat we hier ontzettend consistent in zijn. Ook al hebben we al 100 essays gemaakt, en heeft het ons al die 100 keren een volle week gekost, deze keer moet het tóch makkelijk binnen twee dagen lukken. De tijd inschatten voor andere mensen dan onszelf gaat ons trouwens wél helemaal zonder problemen af.

…en we kunnen er niks aan doen

Je kunt dus wel zeggen dat we een flink bord voor onze kop hebben. En dat blijkt ook prachtig uit een onderzoek: er werd aan psychologiestudenten gevraagd om in te schatten hoe lang ze zouden doen over het schrijven van hun scriptie. Het gemiddelde antwoord hierop was 34 dagen. Daarnaast moesten ze inschatten hoe lang ze dachten dat het zou duren als alles helemaal goed ging (27 dagen) en als alles fout zou gaan (49 dagen). Weet je hoe lang ze er in werkelijkheid over deden? 55 dagen.

Zo zie je maar. Hoe hard we ook in de weer gaan met planningen en to-do lijstjes en hoezeer we ook rekening proberen te houden met elke situatie, onze planning fallacy gooit roet in het eten. Helemaal nutteloos is ‘ie trouwens niet: hij helpt ons om gemotiveerd te blijven, tegen alle statistieken en eerdere ervaringen in.

Of toch?

Ik kan je eigenlijk maar één tip meegeven om last-minute stress te voorkomen: plan de volgende keer dat je een essay maakt of studeert voor een tentamen een belachelijk grote hoeveelheid tijd in. Besef dan alleen wel dat je jezelf waarschijnlijk voor gek zal verklaren: je hoofd is immers veel optimistischer bezig.

En als je planning toch weer helemaal in het water valt, kun je altijd nog deze blog gebruiken als excuus. Want je kan écht er niks aan doen, het was geen uitstelgedrag en je hebt er werkelijk alles aan gedaan. Het is gewoon de schuld van je planning fallacy.

Kom jij ook altijd tijd tekort?